Vragen van de leden Amhaouch en Van Toorenburg (beiden CDA) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht «Kosten opruimen drugsafval Brabant in kaart gebracht» (ingezonden 11 maart 2016).

Antwoord van Minister Plasterk (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen 20 april 2016). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2015–2016, nr. 2162.

Vraag 1

Hebt u kennisgenomen van het bericht «Kosten opruimen drugsafval Brabant in kaart gebracht»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2, 3

Is het waar dat het aantal geregistreerde drugsafvaldumpingen in de provincie Noord-Brabant is gestegen van 54 in 2010 tot 196 in 2014? Wat is het aantal in 2015?

Is het waar dat het aantal geregistreerde drugsafvaldumpingen in de provincie Limburg is gestegen van 59 in 2014 tot 105 in 2015?

Antwoord 2, 3

De provincie Noord-Brabant geeft aan dat het aantal dumpingen van drugsafval in de jaren tot en met 2014 flink is gestegen. De provincie schat een aantal van 180 dumpingen op haar grondgebied in 2014. In 2015 lijken in Noord-Brabant minder dumpingen te hebben plaatsgevonden dan in 2014, door een verschuiving naar elders, met name naar Limburg en, in mindere mate, naar Gelderland. De meest recente opgave van de provincie Limburg meldt 59 dumpingen op Limburgs grondgebied in 2014 en 106 in 2015.

Vraag 4

In welke gevallen zijn gemeenten verantwoordelijk voor het opruimen van gedumpt drugsafval?

Antwoord 4

Over de verantwoordelijkheid voor opruiming van gedumpt drugsafval is uw Kamer onder meer geïnformeerd in antwoord 7 van de Minister van Veiligheid en Justitie en de Staatssecretaris van Economische Zaken van 3 maart jl. op Kamervragen van de leden Segers en Dik-Faber (beiden ChristenUnie) over drugsafval in landbouwakkers (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2015–2016, nr. 1762). Kortheidshalve wordt hiernaar verwezen.

Vraag 5

Waarom moeten gemeenten het afval opslaan in afwachting van de resultaten van tests?

Antwoord 5

Voor deze stelling in het bericht is geen grond, in ieder geval is er geen wettelijke verplichting.

Vraag 6

Welke kosten hebben Brabantse en Limburgse gemeenten in de jaren 2014 en 2015 gemaakt voor het opruimen van synthetisch drugsafval en het afval van wietkwekerijen?

Antwoord 6

Er is geen totaalbeeld van deze kosten. Naar ruwe schatting van de beide provincies gaat het om bedragen van enkele miljoenen euro’s in elk van deze provincies.

Vraag 7

Deelt u de mening, dat het ongewenst is dat het opruimen van drugsafval wordt uitgesteld vanwege de hoge kosten?

Antwoord 7

Ja.

Vraag 8

Welke maatregelen neemt u om de financiële consequenties van het dumpen van drugsafval voor gemeenten op te vangen?

Antwoord 8

Om het probleem van de kosten te verzachten stelt het Ministerie van Infrastructuur en Milieu in de periode 2015–2017 jaarlijks € 1 miljoen beschikbaar voor cofinanciering van de opruiming van drugsafvaldumpingen (maximaal 50% van de kosten). Hiermee wordt invulling gegeven aan het amendement van de leden Cegerek en R. Dijkstra van 29 oktober 2014 op de begroting van IenM (Kamerstukken II 2014–2015, 34 000 XII, nr. 13). In Noord-Brabant is daarnaast een projectgroep «Samen Tegen Dumpen» ingesteld, waarin het Rijk, de provincie, waterschappen en gemeenten, politie, LFO (Landelijke Faciliteit Ondersteuning Ontmantelen), NFI, Taskforce Brabant Zeeland en (chemisch) afvalmanagement samenwerken. Een vergelijkbaar initiatief bestaat in Limburg, het Masterplan «Limburg Drugslab-vrij», welk plan in RIEC-verband, onder aansturing van de provincie Limburg, tot stand is gekomen. Dit plan heeft tot doel om Limburg vrij te maken van drugslabs en drugsafvaldumpingen. Dit gebeurt onder meer door het inrichten van zogenaamde «Proeftuinen», waarbij kennis- en informatiedeling voorop staan zodat alle ogen en oren in het veld geactiveerd worden.

Vraag 9

Hoe worden de middelen uit de tegemoetkoming van het Rijk op basis van de samenwerkingsovereenkomst van 3 december 2015 verdeeld? Op welke wijze kunnen gemeenten aanspraak maken op deze middelen?

Antwoord 9

In een op 3 december 2015 tussen de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu en de provincies afgesloten convenant zijn afspraken gemaakt over de verdeling van het geld over de provincies en de uitkering ervan door de provincies aan rechthebbende gemeenten en grondeigenaren. De provincie Noord-Brabant verricht ten behoeve van de andere provincies de benodigde werkzaamheden (zie https://www.brabant.nl/subsites/subsidiedrugsafval.aspx).


X Noot
1

De Gelderlander, 8 maart 2016

Naar boven