Vragen van de leden Mohandis en Kerstens (beiden PvdA) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de beloningen in dienstverlenende non-profit organisaties in het onderwijs (ingezonden 1 maart 2016).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Top non-profit onderwijs verdient meer dan Minister»?1

Vraag 2

Hoe beoordeelt u de uit dit onderzoek naar voren komende beloningen voor (top)functionarissen van de aan het onderwijs dienstverlenende organisaties en het feit dat verschillende van deze salarissen (ruim) boven het ministersalaris liggen?

Vraag 3

Acht u de hoogte van de salarissen van deze (top)functionarissen gerechtvaardigd, gelet op de aard en complexiteit van hun werk en de bijbehorende verantwoordelijkheden, in vergelijking met het werk van ministers en de daarbij behorende beloning? Zo ja, waarom?

Vraag 4

In hoeverre past de hoogte van de uit dit onderzoek naar voren komende salarissen binnen de afspraken die zijn gemaakt in het kader van de Wet Normering Topinkomens? Voor hoeveel (top)functionarissen met bestaande contracten geldt dat zij gebruik maken van de overgangsregeling en op welke wijze kunt u ervoor zorgen dat ook hun salarissen zo snel als mogelijk voldoen aan de wettelijke kaders die gelden voor nieuwe contracten?

Vraag 5

Hoe hebben de salarissen van deze (top)functionarissen zich in de afgelopen jaren ontwikkeld en wat is uw oordeel hierover?

Vraag 6

Deelt u de mening dat in de publieke sector als geheel, en in het onderwijs in het bijzonder, soberheid moet worden betracht in de beloning van (top)functionarissen, zeker gelet op het feit dat onderwijzend personeel in de afgelopen jaren keer op keer met een nullijn is geconfronteerd?

Vraag 7

Is het waar dat een groot deel van de betreffende organisaties de jaarrekeningen niet uit eigen beweging publiceren? Deelt u de mening dat door álle betreffende organisaties absolute transparantie over de beloningen van hun (top)functionarissen moet worden betracht? Zo ja, wat kunt u doen om hiervoor te zorgen?

Naar boven