Vragen van het lid Van Laar (PvdA) aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over hulp aan vrouwelijke en minderjarige slachtoffers van ontvoeringen door Boko Haram in Nigeria (ingezonden 18 februari 2016).

Vraag 1

Bent u bekend met het onderzoek «Bad Blood»1 van International Alert en Unicef over de situatie van Nigeriaanse vrouwen en kinderen die na een ontvoering door Boko Haram trachten terug te keren in hun gemeenschappen?

Vraag 2

In hoeverre bent u verrast door de bevindingen in dit rapport?

Vraag 3

In welke vorm en mate worden deze vrouwen reeds ondersteund en waar ziet u, al dan niet vanuit Nederland, mogelijkheden voor verbetering?

Vraag 4

Deelt u de opvatting dat de meeste hulp die vanuit onder andere Nederland naar Nigeriaanse kinderen en vrouwen gaat veelal preventief is, en daarmee niet de juiste hulp biedt aan deze reeds beschadigde groep? Zo ja, bent u bereid om hier gezien deze groeiende problematiek in bij te sturen?

Vraag 5

Wat is de stand van zaken betreffende de betrokkenheid van de Nederlandse ambassade bij het verbeteren van de positie van meisjes en vrouwen, waar Minister Koenders tijdens het Algemeen overleg over Nigeria en Boko Haram in april 2015 over sprak?

Vraag 6

Wat doet de Nederlandse regering eraan om te zorgen dat deze vrouwen voldoende psychosociale en medische hulp ontvangen?


X Noot
1

Onderzoeksrapport Bad Blood van International Alert en Unicef, februari 2016

Naar boven