Vragen van de leden Omtzigt (CDA) en Sjoerdsma (D66) aan de Minister van Veiligheid
en Justitie over de primaire radargegevens van de MH17 (ingezonden 8 februari 2016).
Vraag 1
Klopt het dat het Openbaar Ministerie u al snel na aanvang van het onderzoek heeft
laten weten dat binnen het Joint Investigation Team (JIT) door de samenwerkende justitiële
autoriteiten is vastgesteld dat het noodzakelijk was alle voorhanden zijnde primaire
en secundaire radargegevens, die eventueel beschikbaar waren binnen Oekraïne van het
moment van de ramp en er vlak voor en na, beschikbaar te krijgen voor het strafrechtelijk
onderzoek?
Vraag 2
Herinnert u zich dat u op 21 januari 2016 aan de Kamer schreef: «Het OM heeft mij
laten weten dat het OM op dit moment over voldoende informatie beschikt en dat nu
geen behoefte bestaat aan het doen van verzoeken voor aanvullende informatie op het
gebied van radar- en satellietgegevens. Indien dit anders wordt, dan zal het kabinet
al het nodige doen om voor het strafrechtelijk onderzoek relevante gegevens aan het
OM ter beschikking te kunnen stellen» (Kamerstuk 33 997, nr. 62)?
Vraag 3
Herinnert u zich dat u 4 februari 2016 aan de Kamer schreef: «Voorts heeft het OM
mij desgevraagd laten weten dat het op dit moment over voldoende informatie beschikt
en dat nu geen behoefte bestaat aan het doen van verzoeken voor aanvullende informatie
op het gebied van radar- en satellietgegevens. Anders dan door het lid Sjoerdsma kennelijk
verondersteld is, getuige zijn verzoek bij de Regeling van Werkzaamheden d.d. 3 februari
2016, heeft het OM mij dit niet schriftelijk bericht, doch verschillende malen in
mondeling overleg bevestigd» (Kamerstuk 33 997, nr. 64)?
Vraag 4
Herinnert u zich dat u op de vraag wanneer u voor het eerst hoorde van het OM dat
er geen behoefte bestaat aan de radarbeelden in het plenaire debat in de Tweede Kamer
op 4 februari 2016 als volgt antwoordde: «Die datum heb ik niet paraat, maar dat was
op het moment dat die discussie over de radarbeelden ontstond. Ik was daar benieuwd
naar. Ik heb het OM daarnaar gevraagd en het heeft daar antwoord op gegeven langs
deze lijnen.»?
Vraag 5
Op welke data heeft het OM u meegedeeld dat er nu geen behoefte bestaat aan de radardata?
Vraag 6
Kunt u voor elk van de data hierboven aangeven wie van het OM dit heeft meegedeeld
en of die persoon namens zichzelf of namens het OM sprak? Kunt u dit bij voorkeur
deze informatie openbaar geven, maar indien noodzakelijk vertrouwelijk meedelen?
Vraag 7
Heeft het OM ook namens de andere landen in het JIT gesproken, toen zij aangaf nu
geen behoefte te hebben aan aanvullende informatie op het gebied van radar- en satellietgegevens,
zoals primaire radargegevens?
Vraag 8
Betekent deze mondelinge mededeling nu dat er naast schriftelijke ambtsberichten ook
mondelinge ambtsberichten over een lopend strafrechtelijk onderzoek bestaan? Zo ja,
welke status hebben die?
Vraag 9
Op welke wijze worden mondelinge (ambts)berichten vastgelegd in de administratie van
het OM en in het Ministerie van Veiligheid en Justitie, opdat daar later geen verschil
van interpretatie ontstaat over wat er precies is meegedeeld?
Vraag 10
Bent u bereid deze mededeling van het OM, inclusief mogelijke caveats schriftelijk
te laten vastleggen door het OM, aangezien hier a priori wordt afgezien van het opvragen
van radarbeelden die van groot belang zouden kunnen zijn in een rechtszaak over MH17?
Zo nee, waarom niet?
Vraag 11
Zijn u signalen uit het OM of andere landen in het JIT bekend die het niet eens zijn
met het niet opvragen van de primaire radargegevens?
Vraag 12
Hoe vaak krijgt u mededelingen over de inhoud van strafrechtelijke onderzoeken op
een andere wijze dan via schriftelijke ambtsberichten? Hoe kan controle op deze informatiestroom
plaatsvinden?
Vraag 13
Kunt u deze vragen een voor een en binnen een week beantwoorden, dat wil zeggen vóór
maandag 15 februari 2016?