Vragen van het lid Öztürk (Groep Kuzu/Öztürk) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de schokkende uitspraken van een Gemeenteraadslid (ingezonden 8 februari 2016).

Vraag 1

Kent u het bericht «Haagse PVV’er: Islam mag weggevaagd worden»?1

Vraag 2

Heeft u al uw afschuw uitgesproken over deze uitspraken? Zo nee, waarom niet?

Vraag 3

Wat voor signaal gaat er naar uw mening uit naar groepen in onze samenleving door deze uitspraken?

Vraag 4

Deelt u de opvatting dat dergelijke uitspraken een vorm zijn van haat zaaien? Zo nee, waarom niet?

Vraag 5

Bent u het eens dat volksvertegenwoordigers een voorbeeldfunctie hebben en dat dergelijke uitspraken het verkeerde signaal zijn jegens burgers? Zo nee, waarom niet?

Vraag 6

Bent u bereid om burgemeester Van Aartsen op te roepen om het betreffende raadslid bij hem op het matje te roepen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 7

Vindt u dat, na deze uitspraken, het betreffende raadslid haar functie zou moeten neerleggen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 8

Bent u bereid om het betreffende raadslid onmiddellijk uit haar functie te ontheffen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 9

Kunt u een inhoudelijk en/of cijfermatig overzicht geven van de mogelijke oververtegenwoordiging van PVV-volksvertegenwoordigers bij uitingen van haatzaaierij en/of uitingen met een discriminatoir karakter? Zo nee, waarom niet?

Vraag 10

Is het mogelijk om in de toekomst voor PVV-volksvertegenwoordigers voorlichtingsbijeenkomsten te organiseren over de thema’s verdraagzaamheid en het bestrijden van islamofobie? Zo nee, waarom niet?

Vraag 11

Bent u bereid om uitingen van PVV-volksvertegenwoordigers op social media aan een grondige analyse te onderwerpen, zodat het internet gevrijwaard wordt van PVV-haatzaaierij? Zo nee, waarom niet?

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Marcouch (PvdA), ingezonden 5 februari 2016 (vraagnummer 2016Z02475)

Naar boven