Vragen van het lid Keijzer (CDA) aan de Minister voor Wonen en Rijksdienst en de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over het bericht «Bestuurder in de buurt weegt mee bij locatie AZC» (ingezonden 4 februari 2016).

Vraag 1

Bent u bekend met genoemd bericht?1

Vraag 2

Hoe groot is de lijst van bestuurders die in de buurt wonen van een toekomstig asielzoekerscentrum (AZC) welke is opgesteld naar aanleiding van de email van een topambtenaar van het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) zoals neergelegd in een email van 24 juli aan de directie van het Centraal orgaan Opvang Asielzoekers (COA)?

Vraag 3

Wat is de status van deze lijst?

Vraag 4

Welke AZC-locaties, die binnen een cirkel van vijf kilometer liggen van de woning van een bestuurder, zijn onderzocht en afgewezen?

Vraag 5

Wat vindt u van de gedachte om te overwegen niet te kiezen voor een AZC-locatie vanwege het feit dat in de nabijheid een bestuurder woont? Wordt zo niet voeding gegeven aan de gedachte dat opvanglocaties alleen in wijken geplaats zijn met een lagere sociaaleconomische status?

Vraag 6

Bent u van mening dat een wijk waar al sprake is van een lager economisch-sociale status met daarbij behorende problemen, ook extra uitdagingen met zich mee brengt wanneer hier een AZC gevestigd wordt?

Vraag 7

Wat is het beleid ten aanzien van de vestiging van AZC's in de nabijheid van woningen van bestuurders?

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van de leden Voortman (GroenLinks), ingezonden 4 februari 2016 (vraagnummer 2016Z02333), Kuiken en Fokke (beiden PvdA), ingezonden 4 februari 2016 (vraagnummer 2016Z02336).


X Noot
1

AD, 1 februari 2016

Naar boven