Vragen van het lid Smaling (SP) aan de Minister van Economische Zaken over het bericht dat er sprake is van belangenverstrengeling bij het Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) (ingezonden 28 januari 2016).

Vraag 1

Kent u de berichten over de vermeende belangenverstrengeling bij Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN)?1

Vraag 2

Is het waar dat de voormalige directeur van ECN naast zijn fulltime baan bij het energieonderzoekscentrum, in 2008 vier windmolens heeft gekocht en geëxploiteerd? Wat vindt u van het feit dat het management van ECN hierover geïnformeerd bleek en geen conflicterende belangen zag? Is hierbij naar uw mening sprake van belangenverstrengeling? Zo nee, waarom niet?

Vraag 3

Was u op de hoogte van het feit dat een adviseur van het ministerie, namens ECN betrokken bij onder meer de plaatsing en subsidiëring van windmolens, privé actief was in de sector waarin hij ook werkte? Is u om toestemming gevraagd?

Vraag 4

Waren en zijn er naast de genoemde directeur verantwoordelijk voor Wind Energy Facilities BV van ECN, nog andere winddeskundigen die de overheid adviseren en tegelijkertijd privé activiteiten binnen de windsector ontplooien? Op welke wijze en was u daar van op de hoogte? Wanneer bijt dit elkaar en wanneer niet volgens u?

Vraag 5

Wat vindt u van het feit dat (ook) een aantal accountants en adviseurs, gespecialiseerd in windenergie en adviseur van de overheid op dit terrein, heimelijk via een speciaal daartoe opgericht genootschap investeerden in het windpark van de ECN directeur? Is hierbij sprake van ongewenste kartelvorming? Is hierbij sprake geweest van handelen met voorkennis?

Vraag 6

Wat vindt u van het feit dat bij ECN, al enige jaren verlieslijdend en voor een groot deel draaiend op overheidssubsidie, drie directieleden fors meer verdienden dan volgens de Wet normering topinkomens is toegestaan? Vindt u het op zijn plaats, dat daarnaast ook nog eens wordt bijgebeund door een directielid?

Vraag 7

Deelt u de mening dat deze vorm van subsidiemisbruik niet bevorderlijk is voor het draagvlak van windenergie en voor de noodzakelijke overgang naar een duurzame maatschappij in zijn algemeenheid?

Vraag 8

Denkt u dat mensen met een kleine portemonnee de komende jaren vol enthousiasme hun Opslag Duurzame Energie op de energierekening willen betalen, in de wetenschap dat dit geld zoals nu blijkt, ten goede komt aan royaal verdienende directeuren die de overheid zelf adviseren over de opzet van het betreffende subsidieprogramma?

Vraag 9

Bent u bereid een gedragscode op te stellen waardoor bedrijven/onderzoekscentra en (semi)-overheidsinstellingen extra getoetst en bevraagd worden op de wijze waarop personeelsleden hun kennis, kunde en tijd aanwenden voor privé activiteiten binnen de sector waarin zij werkzaam zijn? Zo nee, waarom niet?

Vraag 10

Hoeveel conflicten rond de plaatsing van windmolens/windparken op land hebben zich in 2015 voorgedaan en wat was hierbij de oorzaak?

Vraag 11

Hoeveel succesvolle plaatsingen van windmolens/windparken op land zijn er geweest in 2015 en wat was hierbij de oorzaak?

Vraag 12

Bent u bereid de verdere uitbreiding van windmolens/windparken op land tijdelijk te bevriezen, om vervolgens een meer door de bevolking gedragen invulling van duurzame energieopwekking verder te gaan? Past dit in uw voornemen in het Energierapport2 om de bevolking vaker te raadplegen?


X Noot
1

Volkskrant: «Directeur verdiende aan gesubsidieerde windmolens» en «Stilletjes leven van de wind» – 23 januari 2016 en «Privé -investeringen directeur ECN leiden tot Kamervragen» van 25 januari 2016.

X Noot
2

Kamerstuk 31 510, nr. 50

Naar boven