Vragen van het lid Karabulut (SP) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht dat de Al Fitrahmoskee en daaraan verbonden organisaties leven als een profeet in Utrecht Overvecht (ingezonden 21 december 2015).

Vraag 1

Welke politieke acties koppelt u al dan niet samen met de lokale autoriteiten en diensten aan de zoals door u getypeerde «afschuwelijke» praktijken van de Al Fitrahmoskee en daaraan verbonden organisaties in Utrecht Overvecht?1

Vraag 2

Herinnert u zich uw antwoorden op eerdere vragen over Al Fitrah? Hoe kijkt u nu aan tegen uw antwoorden toen? Deelt u de mening dat een omgeving waarin de politieke islam wordt gepredikt waarbij kinderen leren te haten en verafschuwen wat anders is, buurtbewoners en gelovigen door een soort zedenpolitie onderdrukt worden en vrouwen worden ontmenselijkt middels een niqaab, geen veilige omgeving is voor leerlingen of kinderen om welke vorm van onderwijs dan ook te volgen? Zo ja, welke consequenties verbindt u hieraan?2

Vraag 3

Bent u bereid om het pedagogisch klimaat in de aan het Fitrah verbonden koranonderwijs te onderzoeken? Zo nee, waarom niet? Zo ja, deelt u de mening dat kinderen ook geen koranonderwijs zouden moeten krijgen wanneer sprake is van een onveilige omgeving of waar het doel is kinderen te hersenspoelen voor de politieke islam voor een parallelle samenleving conform de regels van islamisten?

Vraag 4

Loopt er strafrechtelijk onderzoek naar de Al Fitrahmoskee en daaraan verbonden organisaties en/of personen? Zo nee, ziet u daar aanleiding toe?

Vraag 5

Is bekend hoe de Al Fitrahmoskee en daaraan verbonden organisaties gefinancierd worden? Zo nee, bent u bereid dit in kaart te brengen? Zo ja, kunt u deze gegevens met de Tweede Kamer delen?

Vraag 6

Deelt u de mening dat de lokale autoriteiten evenals de rijksoverheid zich niet moeten laten ringeloren door deze politieke islamisten?

Vraag 7

Welke acties zullen worden ondernomen om armoede en segratie in Utrecht Overvecht te bestrijden? Op welke wijze worden buurtbewoners, leerkrachten en ouders die zich verzetten tegen deze islamisten, de nodige bescherming, ondersteuning en alternatieven geboden?


X Noot
2

Tweede Kamer 2014–2015, Aanhangsel van de de Handelingen, nummer 1922

Naar boven