Vragen van het lid Voortman (GroenLinks) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht van het SCP «Een op de drie Nederlanders geeft informele hulp» (ingezonden 17 december 2015).

Vraag 1

Bent u bekend met het persbericht «Een op de drie Nederlanders geeft informele hulp» van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) d.d. 15 december 2015 en de SCP-publicatie «Informele hulp: wie doet er wat? Omvang, aard en kenmerken van mantelzorg en vrijwilligerswerk in de zorg en ondersteuning in 2014»?

Vraag 2

Bent u bereid het SCP te verzoeken op korte termijn dit onderzoek te herhalen voor 2015, zodat inzichtelijk wordt wat de gevolgen van de invoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo) en de Jeugdwet zijn voor mantelzorgers?

Vraag 3

Hoe beoordeelt u de uitkomst van het onderzoek dat bijna driekwart van de mannelijke mantelzorgers een baan van 32 uur of meer heeft, tegenover een kwart van de vrouwelijke mantelzorgers?

Vraag 4

Kunt u aangeven conform de toezegging tijdens het Algemeen overleg Mantelzorg d.d. 16 december 2014 inzake de voortgangsbrief informele zorg1 hoe de relatie tussen mantelzorg en arbeid zich ontwikkelt, of daarbij gendereffecten optreden en in het bijzonder welk effect de groeiende druk van mantelzorg op vrouwen heeft?

Vraag 5

Wat er is bekend over de gevolgen van de decentralisaties in het sociaal domein voor de economische zelfstandigheid van vrouwen en kunt u de Kamer de bestaande onderzoeken toesturen?

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Tanamal (PvdA), ingezonden 17 december 2015 (vraagnummer 2015Z24795).


X Noot
1

Kamerstukken 30 169, nr. 38 en 39

Naar boven