Vragen van de leden Maij en Servaes (beiden PvdA) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over het bericht dat de Russische president een wet heeft bekrachtigd om uitspraken van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) niet te hoeven navolgen (ingezonden 16 december 2015).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht «Rusland kan uitspraken EHRM naast zich neerleggen»?1

Vraag 2

Wat is uw reactie op het bekrachtigen van deze wet door president Poetin?

Vraag 3

Wat is exact de inhoud van de wet? In hoeverre zorgt die ervoor dat Rusland uitspraken over mensenrechten van het EHRM voortaan mag negeren?

Vraag 4

Deelt u de mening dat het volstrekt onacceptabel is dat Rusland, als lid van de Raad van Europa en partij bij het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), uitspraken van het EHRM, die dienen ter waarborging en naleving van mensenrechten, negeert? Zo ja, op welke wijze kunt u in Europees verband Rusland hierover aanspreken?

Vraag 5

Welke gevolgen heeft het bekrachtigen van deze wet door Poetin voor het lidmaatschap van Rusland van de Raad van Europa?

Vraag 6

Op welke wijze is invulling gegeven aan de door u in antwoord op eerdere vragen2 aangekondigde initiatieven om Rusland diplomatiek aan te spreken op het naleven van uitspraken van het EHRM (mede naar aanleiding van de uitspraak van het Russische Constitutionele Hof hierover in juli jl.)? Wat is de oorzaak dat deze diplomatieke initiatieven geen effect hebben gehad?


X Noot
2

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2014–2015, nr. 3087

Naar boven