Vragen van de leden Van Dekken (PvdA) en Van Gerven (SP) aan de Staatssecretaris van Economische Zaken over de uitbreiding van nertsenhouders (ingezonden 8 december 2015).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Stop grotere fokkerij nertsen» waarin staat dat nertsenhouders hun bedrijf hebben uitgebreid tussen het moment van buiten werking stelling van de Wet verbod pelsdierhouderij en de recente uitspraak van de rechter die deze buiten werking stelling ophief?1

Vraag 2

Hoeveel pelsdierhouders hebben binnen deze periode hun bedrijf uitgebreid? Om hoeveel extra dieren gaat het?

Vraag 3

Op welke termijn gaat u welke actie ondernemen tegen de betreffende pelsdierhouders en wanneer gaat u hen verplichten om hun uitbreidingen terug te draaien?

Vraag 4

Kunt u de Kamer op de hoogte stellen van de uitkomsten van de gesprekken die u met het Openbaar Ministerie voert over de gevolgen van het arrest van het gerechtshof Den Haag voor de handhaving van de Wet verbod pelsdierhouderij?

Vraag 5

Kent u het bericht van Animal Rights «Nertsenhouder smijt met nertsen» en de videobeelden waarop te zien is hoe nertsen in en tegen een gaskist aan worden gesmeten en worden getrapt?2

Vraag 6

Is dit de gangbare praktijk bij het vergassen van nertsen? Kunt u aangeven waar u uw antwoord op baseert?

Vraag 7

Hoe vaak zijn er bij hoeveel nertsenhouderijen inspecteurs van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) aanwezig geweest tijdens het vergassen van nertsen vanaf 1 januari 2015?

Vraag 8

Klopt het dat de controle op het doden van nertsen beduidend minder intensief is dan de controle op het doden van andere dieren, zoals bijvoorbeeld varkens? Kunt u uw antwoord kwantificeren?

Vraag 9

Bent u bereid permanent cameratoezicht verplicht te stellen voor toezicht op het vergassen van nertsen?

Vraag 10

Welke actie gaat u ondernemen tegen de betreffende nertsenhouder? Onderschrijft u dat hij niet handelt conform de Wet?

Vraag 11

Onderschrijft u dat het wenselijk zou zijn, indien de betreffende nertsenhouder een houdverbod opgelegd zou krijgen. of vindt u het verantwoord om hem dieren te laten houden?

Vraag 12

Wat gaat er gebeuren met de handhavingsverzoeken die Stichting Animal Rights heeft ingediend tegen de betreffende nertsenhouder?

Vraag 13

In uw antwoorden op eerdere vragen geeft u aan dat een houdverbod slechts als bijkomende straf kan worden opgelegd en niet als zelfstandige straf; wat doet u ter uitvoering van de motie Van der Ham (Kamerstuk 30 511, nr. 28) die vraagt voorstellen te doen voor een wetswijziging die het mogelijk maakt om een houdverbod als zelfstandige straf of maatregel op te leggen? Kunt u het tijdspad schetsen en reflecteren op het feit dat deze motie vijf jaar geleden is aangenomen en nog niet is uitgevoerd?3

Vraag 4

In uw antwoorden op de eerdere vragen geeft u aan dat de helft van de nertsenhouderijen in 2015 bezocht wordt en de helft in 2016; betreft het aangekondigde inspecties? Zo ja, bent u bereid over te stappen op onaangekondigde inspecties?

Vraag 15

Waarom zijn de controles van jaarlijks (door PPE) teruggebracht naar tweejaarlijks?

Vraag 16

In uw antwoorden op de eerdere vragen geeft u ook aan «NVWA heeft acht inspecteurs ingezet voor de inspecties op dierenwelzijn in de nertsenhouderij»; werken deze fulltime, parttime of enkele uren per jaar op het onderwerp «nertsenhouderij»? Kunt u aangeven hoeveel mensuren per jaar er aan controles nertsenhouderij wordt besteed?


X Noot
1

Stop grotere fokkerij nertsen, De Stentor, 25 november 2015

X Noot
3

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2015–2016, nr. 779

Naar boven