Vragen van de leden Van Gerven en Leijten (beiden SP) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de reactie op de verzwegen misstanden bij Universitair Medisch Centrum Utrecht (UMCU) en de handelwijze van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) (ingezonden 18 november 2015).

Vraag 1

Kunt u bevestigen dat de betreffende arts X, naast de twee fatale calamiteiten, ook betrokken is bij meer cases, waarbij patiënten onverwachte schade hebben opgelopen? Is de betreffende arts lopende het onderzoek van de Inspectie nog actief op de KNO-afdeling van het UMCU? Zo ja, hoe wordt dan de veiligheid van de afdeling KNO UMCU op dit moment gewaarborgd?

Vraag 2

Zijn de twee fatale calamiteiten, alsmede het feit dat er mogelijk gefraudeerd is met betrekking tot de doodsoorzaak, niet voldoende aanleiding om gedurende het onderzoek de KNO-afdeling van het UMCU stil te leggen? Kunt u uw antwoord toelichten?

Vraag 3

Kunt u de veiligheid van patiënten van de KNO-afdeling van het UMCU garanderen? Zo ja, waarom doet de Inspectie dan onderzoek? Zo nee, waarom sluit u de afdeling dan niet lopende het onderzoek?

Vraag 4

Waar is uw vertrouwen op gebaseerd dat de Raad van Bestuur van het UMCU «adequate maatregelen» zal nemen, gelet op het feit dat hij het eerder geschetste beeld over fatale, niet gemelde calamiteiten en een verziekte werksfeer op de KNO-afdeling niet herkende?

Vraag 5

Is het waar dat het ziekenhuis onderzoek laat doen naar de gebeurtenissen op de KNO-afdeling vanaf 2011? Is het niet logisch dat het ziekenhuis het onderzoek start vanaf het aantreden van het nieuwe hoofd van de KNO-afdeling in 2009, te meer daar vanaf het aantreden van het nieuwe hoofd zich kwaliteitsdiscussies hebben voorgedaan, ook in de periode 2009–2011?

Vraag 6

Waarom stelt u dat het «evident» is dat de Inspectie de leiding neemt in het «onafhankelijke» onderzoek naar onder andere de handelwijze van de Inspectie? Is dat niet juist bijzonder vreemd?

Vraag 7

Waarom bepaalt de Inspectie de opdracht en samenstelling van de commissie die «onafhankelijk» onderzoek moet doen, naar onder andere de handelwijze van de Inspectie?

Vraag 8

Zou het niet beter zijn werkelijk onafhankelijk onderzoek – door u zelf geëntameerd – te doen naar de handelwijze van de Inspectie in deze casus? Kunt u uw antwoord toelichten?

Vraag 9

Zou, gezien de ernst van de calamiteiten en het verzwijgen van de werkelijke doodsoorzaak, het onderzoek niet boven elke twijfel verheven moeten worden? Kunt u uw antwoord toelichten?

Vraag 10

Op welke periode heeft het onderzoek betrekking? Hoe is die periode bepaald? Bent u bereid de periode van 2009 tot heden te onderzoeken? Kunt u uw antwoord toelichten?

Naar boven