Vragen van het lid Lodders (VVD) aan de Staatssecretaris van Economische Zaken inzake het bericht «Europees Hof: reistijd van en naar een klus is werktijd» (ingezonden 9 november 2015).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Europees Hof: reistijd van en naar een klus is werktijd»?1

Vraag 2

Wat betekent deze uitspraak voor het functioneren van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA), voor de afspraken die zijn gemaakt tijdens de fusie over woon-werkverkeer, en voor uw inzet zoals besproken in het Algemeen overleg over de NVWA van 6 februari 2014 over werktijd versus reistijd?

Vraag 3

Hoe valt deze uitspraak te zien in het licht van uw toezegging tijdens het Algemeen overleg van 6 februari 2014? Wat zijn de gevolgen voor de uitvoering van deze toezegging?

Vraag 4

Kunt u aangeven wat de consequenties zijn voor de tarieven van de NVWA zolang reistijd als werktijd wordt gezien?

Vraag 5

Kunt u aangeven wat de consequenties zijn van deze uitspraak voor het aantal controles dat wordt uitgevoerd door de NVWA?

Vraag 6

Kunt u aangeven hoeveel meer controles er kunnen plaatsvinden indien reistijd niet langer als werktijd wordt gezien?

Vraag 7

Houdt de NVWA bij de planning van haar controleurs rekening met een zo kort mogelijke reistijd ten opzichte van het woonadres? Zo nee, waarom niet? Zo ja, waaruit blijkt dat?

Vraag 8

Welke stappen zijn er in het afgelopen jaar gezet om de efficiëntie met betrekking tot de reistijd voor woon-werkverkeer te vergroten?

Vraag 9

Hoeveel mensen die in dienst zijn van de NVWA hebben een contract waarbij reistijd als werktijd wordt gezien?

Vraag 10

Welke stappen bent u bereid te zetten na deze uitspraak om de efficiëntie te vergroten en daarmee de kosten voor het bedrijfsleven te verlagen? Wilt u de Kamer over de voortgang informeren?

Vraag 11

Bent u bereid en in de gelegenheid om deze vragen vóór het Algemeen overleg over de NVWA op 1 december 2015 te beantwoorden?

Naar boven