Vragen van het lid De Roon (PVV) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over Turkije als de grote gedoger en vriendelijke buur van Islamitische Staat (ingezonden 28 juli 2015)

Vraag 1

Herinnert u zich uw eerdere stellingname dat het tegengaan van terrorisme voor Turkije een prioriteit is?1

Vraag 2

Hoe beoordeelt u de opvatting dat Turkije lang voor aanslagen gespaard is gebleven, omdat de grens een zeef was waardoor jihadisten en materieel de Islamitische Staat konden bereiken?2

Vraag 3

Bent u nog steeds van mening dat het tegengaan van terrorisme voor Turkije een prioriteit was, en bent u nog steeds van mening dat Turkije zijn grenzen zo goed mogelijk dicht heeft gehouden voor stromen jihadisten en wapens richting Syrië en Irak?3

4 Zo ja, hoe verklaart u dan dat:

  • a) Turkse grensbewakers constateren dat personen, die overduidelijk als IS-strijders door het leven gaan, slechts bestraft worden met een lichte boete?5

  • b) de recent voor de bühne opgepakte IS-strijders, en tevens een zeer hoog geplaatst lid van Al-Qaeda, binnen de kortste keren weer op straat stonden?6

  • c) het voor het Turkse publiek onduidelijk is op welke wijze deze vreselijke lieden worden vervolgd?7

  • d) Turkije het nemen van harde maatregelen ter bestrijding van Islamitische Staat beschouwt als een dilemma?8

Vraag 4

Deelt u de mening dat Turkije door het gedogen van terroristen, Islamitische Staat de mogelijkheid in handen heeft gegeven om Turkije te chanteren en daarmee in een wurggreep te houden?

Vraag 5

Deelt u de mening dat de Nederlandse Patriotraketten in Turkije niet alleen rugdekking hebben gegeven aan Turkije, maar dat daardoor ook is gefaciliteerd dat Turkije kon gedogen dat enorme aantallen jihadisten kinderlijk eenvoudig door de grensstreek zijn gereisd?

Vraag 6

Wilt u deze vragen separaat en vóór het algemeen overleg Raad Buitenlandse Zaken voorzien op 2 september 2015 beantwoorden?

Naar boven