Vragen van de leden Van der Burg en Potters (beiden VVD) aan de Ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, van Veiligheid en Justitie en aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de opvang van geradicaliseerde meisjes en jongens in jeugdzorginstellingen (ingezonden 13 juli 2015).

Vraag 1

Kunt u aangeven hoeveel minderjarigen inmiddels zijn onderschept met plannen om af te reizen naar Syrië of Irak, uitgesplitst naar meisjes en jongens?

Kunt u ook aangeven hoeveel minderjarige meisjes en hoeveel jongens zijn teruggekeerd zijn uit Syrië of Irak?

Vraag 2

Waar vindt opvang van deze jongeren na onderschepping of terugkeer plaats indien er geen sprake is van een strafrechtelijke traject?

Klopt het dat deze opvang plaatsvindt in reguliere jeugdzorginstellingen?

Vraag 3

Acht u het wenselijk dat geradicaliseerde jongeren vermengd worden met de reguliere populatie van jeugdzorginstellingen zonder dat ze eerst gederadicaliseerd zijn? Ziet u hierbij geen risico op overdracht van radicale denkbeelden? Hoe groot acht u het risico op overdracht en waarop baseert u dat?

Vraag 4

Bent u voornemens om gescheiden opvang in te richten voor geradicaliseerde jongeren? Zo ja, waar en aan welke voorwaarden moet dit voldoen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 5

Welke beschikbare trajecten zijn er voor deradicalisering? Welke beschikbare trajecten worden ingezet en met welke frequentie?

Vraag 6

Hoe worden deze trajecten gefinancierd? Ten laste van welke begroting komen deze gelden?

Vraag 7

Kunt u uitspraken doen over de effectiviteit van deze deradicaliseringstrajecten? Zo nee, op welke termijn kunt u dit wel? Bent u bereid de Kamer hierover te informeren?

Vraag 8

Voor welke doelgroepen worden deze trajecten ingezet en welke organisaties kunnen er een beroep op doen?

Naar boven