Vragen van het lid Kerstens (PvdA) aan de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de beleidsvrijheid van gemeentes bij fraudebestrijding (ingezonden 21 mei 2015).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het artikel «Druk op Den Haag om meer beleidsvrijheid fraudebestrijding»?1

Vraag 2

Hoe beoordeelt u de stelling in bedoeld artikel dat de huidige regelgeving gemeentes te weinig ruimte biedt voor het leveren van maatwerk bij het beoordelen of en zo ja welke sanctie ingeval van overtreding van regels dient te worden opgelegd als ook dat het onvoldoende mogelijk is om onderscheid te maken tussen echte fraudeurs en mensen die een foutje maken?

Vraag 3

Bent u het ermee eens dat gemeenten, bij het bepalen van of een sanctie moet worden opgelegd en zo ja welke, de ruimte moeten hebben voor maatwerk als ook dat ze voldoende onderscheid moeten kunnen maken tussen echte fraudeurs en mensen die een foutje maken?

Vraag 4

Hoe verklaart u dat er blijkbaar zo'n verschil van mening bestaat tussen gemeenten en u als het gaat om de interpretatie van de ruimte die de huidige regelgeving biedt voor het leveren van maatwerk als ook het maken van onderscheid tussen echte fraudeurs en mensen die een foutje maken?

Vraag 5

Bent u bereid gemeenten in hun bezwaren in dezen tegemoet te komen? Zo ja op welke wijze? Zo nee, waarom niet?

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Karabulut, ingezonden 12 mei 2015 (vraagnummer2015Z09155)

Naar boven