Vragen van de leden Van Veldhoven en Koolmees (beiden D66) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu en de Minister van Financiën over het bericht «Afvalgigant kaalgeplukt» (ingezonden 21 mei 2015).

Vraag 1

Bent u bekend met de berichten «Afvalgigant kaalgeplukt»1, «Jackpot voor Waterland»2, en «Statement Waterland over dividenduitkeringen Attero»?3

Vraag 2

Kunt u bevestigen dat er sinds de verkoop van Attero in totaal 183 miljoen euro is overgemaakt naar investeringsfonds Waterland?

Vraag 3

Kunt u uiteenzetten waar de in totaal 183 miljoen euro aan onttrokken middelen uit bestond?

Vraag 4

Kunt u bevestigen dat het hier onder meer gaat om 87 miljoen euro bestemd voor de zogenaamde pre-nazorgfase, te weten de kosten die door de exploitant worden gemaakt alvorens de stortplaats kan worden overgedragen aan de provincie? Zo nee, wat zijn volgens u de juiste bedragen?

Vraag 5

Moeten de betrokken provincies toestemming verlenen voor het onttrekken van middelen voor voorzieningen aan exploitanten? Zo ja, hebben de betrokken provincies deze toestemming inderdaad verleend?

Vraag 6

Kunt u bevestigen dat exploitanten wettelijk verplicht zijn om voldoende financiële draagkracht te bezitten om stortplaatsen in de toekomst veilig op te leveren aan de provincie?

Vraag 7

Nemen de provincies voorts genoegen met deze vermindering van het budget van Attero voor het realiseren van een veilige waterdichte eindafwerking van stortplaatsen?

Vraag 8

Weet u of (een deel van) de 87 miljoen euro aan voorzieningen opgevuld wordt door de herfinanciering ter waarde van 150 miljoen euro die heeft plaatsgevonden?

Vraag 9

Bent u, al het voorgaande in overweging nemende, van mening dat de reserves van Attero voor sanering van stortplaatsen op een verantwoorde wijze zijn teruggeschroefd? Acht u het aannemelijk dat dergelijk grote bedragen kunnen worden onttrokken aan de pre-nazorg, slechts gebaseerd op de verwachting dat de begrote kosten voor onderhoud lager gaan uitvallen dan eerder begroot?

Vraag 10

Kunt u garanderen dat Attero na de verkoop en de uitvloei van 183 miljoen euro aan zijn wettelijke verplichtingen op het gebied van milieu en financiën kan blijven voldoen? Is de veiligheid van het milieu rondom stortplaatsen van Attero gegarandeerd?

Vraag 11

Hoe is de nazorg van de in de toekomst door Attero opgeleverde stortplaatsen geregeld? Is bij de betrokken provincies bekend hoeveel middelen er per locatie op de balans staan voor sanering?

Vraag 12

Hoe schat u de risico’s voor het milieu rondom de stortplaatsen van Attero in, nu er sprake is geweest van een dergelijke kapitaalvlucht? Heeft u voldoende vertrouwen in een veilige en degelijke sanering van deze stortplaatsen?

Vraag 13

Hoe verhoudt zich de situatie omtrent Attero, en de bijbehorende mogelijke gevolgen voor het milieu rondom stortplaatsen, tot de situatie bij andere stortexploitanten in Nederland? Is er elders eveneens sprake van een forse teruggang in middelen voor veilige en degelijke sanering van stortplaatsen?

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van de leden Nijboer en Cegerek (beiden PvdA), ingezonden 8 mei 2015 (vraagnummer 2015Z08527) en eerdere vragen terzake van het lid Merkies (SP), ingezonden 11 mei 2015 (vraagnummer 2015Z08552).


X Noot
1

Telegraaf, 8 mei 2015.

X Noot
2

Telegraaf, 8 mei 2015.

Naar boven