Vragen van het lid Van derStaaij (SGP) aan de Ministers van Veiligheid en Justitie en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de komst van radicale sjeiks naar Utrecht (ingezonden 8 april 2015).

Vraag 1

Is het waar dat in Utrecht een week lang enkele radicale predikers de kans krijgen om hun boodschap te verkondigen?1

Vraag 2

Is het waar dat één van hen is veroordeeld vanwege «onmenselijke en vernederende behandeling en marteling» en een ander betrokken is geweest bij of genoemd is in het onderzoek naar de Hofstadgroep? Vindt u het gewenst dat dergelijke personen dit podium krijgen met hun radicale boodschap?

Vraag 3

Meent u dat van hen een positieve bijdrage verwacht kan worden in het tegengaan van radicalisering van jongeren?

Vraag 4

Is door Nederland aan hen een visum verstrekt?

Vraag 5

Zijn er verder vergunningen nodig? Zo ja, waarom zijn die verleend?

Vraag 6

Welke mogelijkheden zijn er voor intrekking van die vergunning? Bent u bereid daar gebruik van te maken dan wel de burgemeester van Utrecht te vragen van die mogelijkheid gebruik te maken?

Vraag 7

Op welke manier houden de politie en het Openbaar Ministerie oog op wat er tijdens de bijeenkomsten gezegd wordt en in hoeverre radicalisering het gevolg kan zijn?

Vraag 8

Vindt u het wenselijk dat haatpredikers binnen het Schengengebied vrij kunnen reizen? Bent u bereid in Europees verband te bepleiten dat voor deze doeleinden beperkingen van het vrije verkeer mogelijk worden?

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van de leden Van Klaveren en Bontes (beiden Groep Bontes/Van Klaveren), ingezonden 8 april 2015 (vraagnummer 2015Z06335), De Graaf en Wilders (beiden PVV), ingezonden 8 april 2015 (vraagnummer 2015Z06336)

Naar boven