Vragen van de leden Recourt, Albert deVries en Çegerek (allen PvdA) aan de Ministers van Veiligheid en Justitie en voor Wonen en Rijksdienst over het verlies van banen bij het gerechtshof in Arnhem (ingezonden 27 maart 2015).

Vraag 1

Kent u de berichten «Hof gaat mogelijk naar Zwolle»1 en «Justitie blijft gewoon in Arnhem»?2

Vraag 2

Klopt het in het eerste genoemde bericht gestelde dat het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden mogelijk uit Arnhem vertrekt? Zo ja, wat is daarvan waar en hoe verhoudt zich dat tot de in het tweede genoemde bericht aangehaalde uitspraak van een woordvoerder van justitie dat er «van zo'n verhuizing echter geen sprake is»? Zo nee, wat is er niet waar?

Vraag 3

Kunnen er ten gevolge van een reorganisatie bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden arbeidsplaatsen verloren gaan? Zo ja, om hoeveel arbeidsplaatsen kan het minimaal en hoeveel maximaal gaan? Zo ja, hoe verhoudt het streven om banen van de rijksoverheid over het land te verspreiden zich tot het voornemen arbeidsplaatsen bij het gerechtshof in Arnhem te laten vervallen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 4

Wat is de uitkomst van het overleg dat u met het bestuur van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden hebt gevoerd dan wel van de inhoud van de nog lopende gesprekken?

Vraag 5

Deelt u de mening dat het behoud van werkgelegenheid voor de huidige locatie van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van belang is voor de arbeidsmarkt, de juridische infrastructuur en economie van Arnhem, Leeuwarden en omstreken? Zo ja, wat kunt u doen ter behoud van die werkgelegenheid? Zo nee, waarom niet?

Vraag 6

Acht u het ook onwenselijk dat de evaluatie van de gerechtelijke kaart niet wordt afgewacht teneinde beslissingen te nemen over de bemensing en locatie van de gerechten en dat daarmee voortdurende onzekerheid blijft bestaan bij de medewerkers en gebruikers van die gerechten?

Naar boven