Vragen van het lid Jacobi (PvdA) aan de Staatssecretaris van Economische Zaken over de herintroductie van de Atlantische zalm naar aanleiding van de antwoorden op eerdere vragen (ingezonden 6 maart 2015).

Vraag 1

Kunt u aangegeven sinds wanneer er vergunningen worden verleend voor het vissen met staand want in de Rotterdamse havenmonding? Kunt u hierbij specifieke details geven voor de schepen die op dit moment (kalenderjaar 2015) een vergunning hebben gekregen onder documentnummers 58448, 58473 en 58477? Indien er de afgelopen jaren vergunningen zijn uitgegeven, hoe verklaart u dit dan gezien uw antwoorden op eerdere vragen?1

Vraag 2

Kunt u aangeven in welke regelgeving is vastgelegd dat er een visserijvrije zone is ingesteld van 500m bij de Haringvlietsluizen?

Vraag 3

Hebt u, ondanks het feit dat het vangen van kwetsbare vissen zoals elft en fint door middel van zegenvangst een relatief groot schubverlies tot gevolg heeft, wat de overlevingskansen bij terugzetting negatief beïnvloedt, informatie waaruit blijkt dat de sterfte na het terugzetten van deze en andere kwetsbare vissen acceptabel is en geen noemenswaardig negatief effect heeft op de visstand van deze soorten?

Vraag 4

Kunt u verklaren of het feit dat voor een aantal vissoorten een trendmatige afname te zien is, zoals voor de baars, brasem en kolblei, wat blijkt uit onderzoek van IMARES, door overbevissing komt, of (mede) andere oorzaken heeft?2 Zo ja, kunt u aangeven welke oorzaken dit zijn? Indien overbevissing wel degelijk van invloed is, kunt u dan aangeven welke visserijmethoden hier invloed op hebben en of stappen moeten en zullen worden gezet?


X Noot
1

Aanhangsel van de Handelingen, Vergaderjaar 2014–2015, nr. 1262

X Noot
2

Rapport C011/15, IMARES – Toestand vis en visserij in de Zoete Rijkswateren: 2013 Deel I: Trends van de visbestanden, vangsten en ecologische kwaliteit ratio’s – M. de Graaf, I.J. de Boois, A.B. Griffioen, H.M.J. van Overzee, N.S.H. Tien, I. Tulp & P. de Vries

Naar boven