Vragen van de leden Van Nispen en Karabulut (beiden SP) aan de Staatssecretarissen van Veiligheid en Justitie en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (ingezonden 11 februari 2015).

Vraag 1

Bent u bekend met het feit dat de cijfers met betrekking tot toelating tot de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP) teruglopen?1 Acht u dit wenselijk, met name als het gaat om de doelstellingen van de WSNP, te weten het versterken van het minnelijke traject, het terugdringen van faillissementen en het bieden van een alternatieve route naar een schone lei? Kunt u uw antwoord uitgebreid toelichten?

Vraag 2

Deelt u de mening dat de WSNP een succes te noemen is gelet op het structureel hoge slagingspercentage?

Vraag 3

Hoe komt het dat mensen steeds vaker in beschermingsbewind komen?2 In hoeverre zijn dit mensen die om één of andere reden niet in aanmerking komen voor schuldhulpverlening of er niet of onvoldoende door geholpen worden?

Vraag 4

Wordt er tijdens het beschermingsbewind standaard bekeken in hoeverre schuldhulpverlening alsnog mogelijk is? Zo nee, deelt u de mening dat dit wenselijk kan zijn? Hoe vaak lopen deze trajecten naast elkaar?

Vraag 5

Deelt u de mening dat een beschermingsbewindvoerder op dit moment niet of onvoldoende wordt gestimuleerd om te bekijken of schuldhulpverlening mogelijk is, vooral ook omdat dergelijke aanvullende werkzaamheden niet worden vergoed en het ertoe kan leiden dat een inkomstenbron verdwijnt als de onder bewind gestelde uit de schulden wordt geholpen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, bent u bereid te onderzoeken of dit op enigerlei wijze wel gestimuleerd kan worden?

Vraag 6

Hoe verklaart u de daling van het volume van WSNP-zaken aangezien de schuldproblematiek elk jaar groter wordt?3

Vraag 7

Klopt het dat een belangrijke voorwaarde voor de toelating tot de WSNP is dat een schuldhulpverleningstraject is geprobeerd? Kunt u in dit licht reageren op de conclusie van de Raad voor Rechtsbijstand dat door krimpende budgetten en een toegenomen aanbod meer mensen dan voorheen niet worden toegelaten tot enigerlei vorm van schuldenregeling, waarbij het zowel kan gaan om terechte als onterechte afwijzingen?4 5

Vraag 8

Deelt u de mening dat het niet wenselijk is dat het aantal toelatingen tot de WSNP mede daalt door het feit dat minder mensen door gemeentes toegelaten worden tot schuldhulpverlening? Kunt u uw antwoord uitgebreid toelichten?

Vraag 9

Erkent u het risico dat, indien gemeentes de toegang tot de schuldhulpverlening beperken, dit tevens betekent dat de toelating tot de WSNP is afgesloten? Zo nee, waarom niet?

Vraag 10

Is het een optie om toelating tot de WSNP ook mogelijk te maken vanuit beschermingsbewind, dus ook indien schuldhulpverlening niet vooraf is geprobeerd of mogelijk was? Zo nee, waarom niet?

Vraag 11

Deelt u de mening dat, in het licht van voorgaande vragen, de voorwaarde voor toelating tot de WSNP zoals gesteld in artikel 285, eerste lid, sub f Faillissementswet, zou moeten komen te vervallen of dat bijvoorbeeld een gemotiveerde verklaring van verzoeker of zijn gemachtigde ook voldoende is? Zo nee, waarom niet? Kunt u uw antwoord uitgebreid toelichten?


X Noot
1

Tiende Monitor WSNP, augustus 2014, pagina 12 http://www.wsnp.rvr.org/pdf/Monitor%20Tiende%20meting.pdf

X Noot
2

Tiende Monitor WSNP, augustus 2014, pagina 68

X Noot
3

Kerckhaert, A.C. De Ruig, S (2013) Huishoudens in de rode cijfers. Omvang en achtergronden van schuldenproblematiek bij huishoudens. Panteia, Zoetermeer en Jaarverslagen NVVK 2008 t/m 2013 Den Haag/Utrecht.

X Noot
4

Tiende Monitor WSNP, augustus 2014, pagina 70

X Noot
5

Tijdschrift voor Schuldsanering, «De schuldenaar verdwaalt. Toegang tot de WSNP onder druk,» H. von den Hoff, nummer 4, pagina 18, december 2014

Naar boven