Vragen van het lid Omtzigt (CDA) aan de Minister van Financiën en aan de Minister-President
over de Europese naheffing die op 30 december 2014 betaald gaat worden (ingezonden
23 december 2014).
Vraag 1
Herinnert u zich dat u voor de NOS-camera op 24 oktober 2014 gezegd heeft: «Blijkbaar
is er een tabel op internet gezet, zonder dat er van tevoren iets over is gemeld aan
de lidstaten. Dus ook in die zin zijn we verrast»?
Vraag 2
Klopt het dat uit de documenten die zijn openbaar gemaakt n.a.v. het WOB-verzoek over
de afdracht aan de EU, gepubliceerd op 19 december 20141, kan worden geconcludeerd dat u al op 17 oktober 2014 's-avonds een keer of twintig
heen en weer mailde met uw ambtenaren over de heffing, maar dat die mails geheim zijn?
Vraag 3
Klopt het dat u in uw besluitbrief op het WOB-verzoek van 19 december 2014 aangeeft
dat stuk nummer 75, de notitie van de PV Brussel van 17 oktober 2014 aan maar liefst
zeven ministeries over onder andere de naheffing, gedeeltelijke openbaarmaking toezegt,
terwijl u dat stuk in de bijlagen niet verschaft, omdat dit „het belang van de betrekkingen
met andere staten of internationale organisaties schaadt»? Bent u bereid om het stuk
(gedeeltelijk) openbaar te maken zoals u in de besluitbrief toezegt?
Vraag 4
De Kamer heeft eerder verzocht om stuk 75 en dat is toen geweigerd omdat dit de noodzakelijke
vertrouwelijkheid en effectiviteit van het onderhandelingsproces schaadt; deelt u
de mening dat dit een andere reden is dan waarom het nu geweigerd is onder de WOB?
Deelt u de mening dat er helemaal geen onderhandelingsproces was, omdat volgens de
regering deze naheffing alleen afhing van verificatie en dat er niet over onderhandeld
kon worden?
Vraag 5
Bent u bekend met artikel 68 van de Grondwet dat luidt: „De ministers en de staatssecretarissen
geven de kamers elk afzonderlijk en in verenigde vergadering mondeling of schriftelijk
de door een of meer leden verlangde inlichtingen waarvan het verstrekken niet in strijd
is met het belang van de staat.»
Vraag 6
Deelt u de mening dat er geen enkel staatsbelang is om dit stuk niet openbaar te maken?
Zo nee, kunt u dit dan toelichten?
Vraag 7
Heeft u contact gehad met de Europese Commissie om hen te vragen of zij bezwaar heeft
tegen het openbaar maken van stuk 75? Zo ja, kunt u dan aangeven met wie en wanneer
u contact hebt gehad, en wat daar de uitkomst van was?
Vraag 8
Bent u bereid om stuk 75, of tenminste het deel dat gaat over de naheffing daarin,
openbaar te maken, aangezien het duidelijk in het belang van de controle op de regering
is om de mededelingen over een naheffing van € 642 miljoen netto, € 1,1 miljard euro
bruto, in te zien en te kunnen controleren en er geen onderhandelingsbelang was en
is, omdat er volgens de regering ook niet over onderhandeld mocht worden?
Vraag 9
Herinnert u zich dat u tijdens de algemene financiële beschouwingen in de Eerste Kamer
gemeld heeft „Wij hebben de mogelijkheid gekregen om zelf af te wegen wanneer wij
gaan betalen. De Commissie heeft wel gevraagd om dit voor 1 december door te geven.
Dat zullen wij doen. Het afwegingskader voor het kabinet is de vraag wat het beste
in de kas past en wat het beste past wat betreft het saldo-effect en wat betreft het
uitgavenkader om het in te passen. De beslissing hierover zullen wij in de ministerraad
nemen. Ik zal dit de Kamers daarna uiteraard laten weten».
Vraag 10
Wanneer heeft u de Eerste Kamer mondeling of schriftelijk op de hoogte gesteld van
de betaaldatum van 30 december?
Vraag 11
Kunt u aangeven met welke Nederlandse autoriteit de Europese Commissies mails gewisseld
heeft die in de Eurowob naar boven komen, wat de inhoud daarvan was en hoe die zich
verhouden tot de in de WOB vermelde mails (mail van Nederland aan de Commissie op
20/10, 21/10 (twee), 23/10 (twee) en mails van Nederland aan de Commissie (21/10,
22/10 en 23/10)?
Vraag 12
Is er contact geweest tussen de Nederlandse regering en de Europese Commissie over
de Nederlandse WOB en/of de Eurowob over de naheffing? Zo ja, kunt u dat dan toelichten?
Vraag 13
Bent u bereid om ten minste stuk 75 en alle andere stukken waarvan openbaarmaking
apert niet in strijd is met het staatsbelang vóór 29 december 2014 openbaar te maken?
Vraag 14
Bent u bereid deze Kamervragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden?