Vragen van het lid Servaes (PvdA) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over het bericht dat Palestijnen geweerd worden uit Israëlische bussen (ingezonden 29 oktober 2014).

Vraag 1

Kent u de berichtgeving over het voornemen van de Israëlische regering om Palestijnen te weren uit Israëlische bussen op de bezette Westelijke Jordaanoever?1

Vraag 2

Deelt u de opvatting dat voor het gebruik van het openbaar vervoer geen onderscheid gemaakt mag worden op basis van afkomst, etniciteit of religie?

Vraag 3

Deelt u de opvatting dat een de facto ban van Palestijnen op een populaire buslijn onwenselijk is en een verkeerd signaal afgeeft in een tijd waarin de vredesonderhandelingen tussen Israël en Palestina toch al tot stilstand zijn gekomen en nieuwe bouwplannen voor nederzettingen de hervatting van deze besprekingen op korte termijn steeds onwaarschijnlijker maken?

Vraag 4

Hoe beoordeelt u de reactie van Israëlische oppositiepartijen die het besluit «gelijkstaand aan apartheid» noemden?2 Hoe beoordeelt u de stelling van de Israëlische mensenrechtenorgansatie B’Tselem dat de Minister van defensie met deze procedure «op nauwelijks verhulde wijze toegeeft aan de vraag naar rassenscheiding in bussen»?3

Vraag 5

Bent u bereid de Israëlische regering aan te spreken op deze de facto ban van Palestijnen van een populaire buslijn? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke wijze en wanneer?

Vraag 6

Bent u bereid de de facto ban van Palestijnen van een populaire buslijn door de Israëlische regering aan te kaarten in Europees verband en aan te dringen op een Europese veroordeling hiervan? Zo nee, waarom niet?

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Van Bommel (SP), ingezonden 28 oktober 2014 (2014Z18953).

Naar boven