Vragen van het lid Ouwehand (PvdD) aan de Staatssecretaris van Economische Zaken over Europese subsidies voor de promotie van gif-intensieve bloemen (ingezonden 24 oktober 2014).

Vraag 1

Is het waar dat het Bloemenbureau Holland subsidie ontvangt van de Europese Unie voor de promotiecampagne «Mooi wat bloemen doen»? Zo ja, om hoeveel geld gaat het? Zo neen, hoe zit het dan?

Vraag 2

Wat vindt u ervan dat het budget voor de promotie van Europese landbouwproducten wordt gebruikt voor andere producten dan voedsel, waarvan de productie bovendien zeer belastend is voor het milieu? Kunt u uitleggen waarom de belastingbetaler daaraan zou moeten bijdragen?

Vraag 3

Kunt u bevestigen dat voor de teelt van bijvoorbeeld lelies, die nu met belastinggeld gepromoot worden, er jaarlijks bijna 100 kg landbouwgif per hectare gebruikt wordt, met alle gevolgen van dien voor onder andere de volksgezondheid, de waterkwaliteit en de biodiversiteit?

Vraag 4

Kunt u een inschatting maken van de maatschappelijke kosten die de sierteelt met zich mee brengt in Nederland, zoals de kosten van de gezondheidsschade die zij veroorzaken, de schade van de achteruitgang van de biodiversiteit in ons land en de kosten die de vervuiling van grond- en oppervlaktewater met zich meebrengt? Zo nee, bent u bereid onderzoek te verrichten om deze kosten in beeld te krijgen?

Vraag 5

Bent u bereid bezwaar aan te tekenen bij de Europese Commissie tegen de promotie van bloemen op kosten van de belastingbetaler? Zo nee, waarom niet?

Vraag 6

Bent u nog steeds van mening dat promotie een zaak is die de sector zelf zou moeten betalen en dat deze subsidies dus moeten worden afgeschaft? Bent u, nu de subsidies er nog zijn, bereid om zich ten minste in te zetten voor het verbinden van strenge milieu en dierenwelzijnsvoorwaarden aan dergelijke subsidies, zoals een maximum aan het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke termijn en wijze?

Naar boven