Vragen van de leden Mei LiVos en Wolbert (beiden PvdA) aan de Staatssecretaris van Financiën over de uitspraak van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden over een in de thuiszorg werkzame verpleegkundige (ingezonden 1 oktober 2014).

Vraag 1

Bent u bekend met de uitspraak van de rechtbank Arnhem-Leeuwarden over een in de thuiszorg werkzame verpleegkundige, die door de rechtbank wordt beschouwd als ondernemer voor de inkomstenbelasting?1

Vraag 2

In hoeverre heeft deze uitspraak gevolgen voor de handhavingspraktijk van VAR-wuo’s2 in de zorg? Betekent deze uitspraak dat zzp’ers zorg in natura kunnen leveren via een bemiddelingsbureau of via de thuiszorg?

Vraag 3

Wat betekent deze uitspraak voor zowel de nog actieve zelfstandigen in de zorg als degenen van wie de VAR-wuo eerder is omgezet in een VAR-loon? Bent u bereid de groep van 1.200 zzp’ers die eerder onverwachts een VAR-loon ontvingen, op korte termijn alsnog een VAR-wuo te verstrekken? Zo nee, waarom niet?

Vraag 4

Hoe verhoudt de uitspraak van de rechtbank zich tot de door de Belastingdienst gehanteerde acht criteria voor ondernemerschap voor de inkomstenbelasting?


X Noot
2

VAR-wuo: Verklaring arbeidsrelatie-winst uit onderneming

Naar boven