Vragen van het lid Schouw (D66) aan de Staatssecretarissen van Veiligheid en Justitie en van Financiën over de berichten van mogelijke fraude bij de Staatsloterij (ingezonden 25 september 2014).

Vraag 1

Bent u bekend met de berichtgeving over het door de Kansspelautoriteit gestarte onderzoek naar mogelijke fraude bij de Staatsloterij?1

Vraag 2

Wanneer had u respectievelijk de Kansspelautoriteit voor het eerst indicaties dat er mogelijk sprake is van fraude bij de Staatsloterij? Welke indicaties waren dat? Welke acties heeft u daarna in gang gezet?

Vraag 3

Is overwogen om de komende trekking van de Staatsloterij niet door te laten gaan vanwege vermoedens van fraude?

Vraag 4

Welke verantwoordelijkheid heeft de Nederlandse Staat als enige aandeelhouder van de Staatsloterij?

Vraag 5

In welke mate bent u systeemverantwoordelijk voor de toezichthouder?

Vraag 6

Wanneer en onder welke voorwaarden kan door u worden ingegrepen bij de Kansspelautoriteit?

Vraag 7

Kunt u bevestigen dat er geen enkel contact is geweest tussen de directie van de Kansspelautoriteit en het departement over mogelijke fraude of een voorgenomen onderzoek?

Vraag 8

Bent u bereid uiterlijk dinsdag 30 september te 12.00 uur een eerste rapportage aan de Kamer te zenden met daarin een oordeel of er wel of niet sprake is van fraude?

Vraag 9

Bent u bereid de trekking van de Staatsloterij op te schorten als in deze rapportage niet gegarandeerd kan worden dat er geen sprake is van fraude?


X Noot
1

«Onderzoek naar mogelijk gesjoemel bij Staatsloterij», De Volkskrant, 20 september 2014

Naar boven