Vragen van de leden Ziengs (VVD), AgnesMulder (CDA) en Wolbert (PvdA) aan de Ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van Economische Zaken en de Staatssecretaris van Economische Zaken over de dreigende sluiting van attractiepark De Sprookjeshof in Zuidlaren (ingezonden 28 augustus 2014).

Vraag 1

Bent u op de hoogte van de dreigende sluiting van attractiepark De Sprookjeshof in Zuidlaren en de mogelijke vernietiging van 40 banen?1

Vraag 2

Hoeveel Nederlandse keuringsinstanties zijn bevoegd om attractie- en speeltoestellen technisch te keuren op veiligheid en daarover certificaten van goedkeuring af te geven aan de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA)? Klopt het dat de NVWA ook certificaten van goedkeuring accepteert van enkele keuringsinstanties van attractie- en speeltoestellen elders in Europa, waaronder TÜV SÜD Product Service GmbH uit München? Hoe is gewaarborgd dat de verschillende keuringsinstanties niet verschillend kunnen oordelen over identieke toestellen?

Vraag 3

Klopt het dat in het geval van De Sprookjeshof er toestellen geen certificaat van goedkeuring hebben gekregen, terwijl identieke toestellen elders in Nederland wel middels een certificaat zijn goedgekeurd? Is hier volgens u sprake van inconsequente toepassing van regelgeving? Zo ja, in hoeverre speelt dit volgens u mee bij deze sluiting? Zo ja, hoe is het mogelijk dat verschillende door de NVWA bevoegde keuringsinstanties verschillende veiligheidsoordelen vellen over identieke attractie- en speeltoestellen?

Vraag 4

Klopt het dat in het Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen is opgenomen dat ieder attractie- of speeltoestel dat overeenkomstig het goedgekeurde, het type kenmerkende monster is vervaardigd, niet technisch hoeft te worden gekeurd, behalve dan op de montage van het toestel? Gaat het in de casus van de afgekeurde toestellen van De Sprookjeshof om toestellen die volgens deze regel uit het Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen helemaal geen technische keuring behoeven, omdat het eerste exemplaar al technisch is goed bevonden door een van de door de NVWA aangewezen keuringsinstituten?

Vraag 5

Deelt u de mening dat de rijksoverheid verantwoordelijk is voor de consequente toepassing van regelgeving en dat ondernemers, medewerkers en regio niet de dupe mogen worden van inconsistenties hierin?

Vraag 6

Bent u bereid deze vragen vóór 9 september te beantwoorden, gezien het dreigende banenverlies?


X Noot
1

«Sprookjeshof ten onder aan regeldrift», Dagblad van het Noorden, 27 augustus 2014

Naar boven