Vragen van de leden Van Nispen (SP), Van Tongeren (GroenLinks) en Bruins Slot (CDA) aan de Ministers van Veiligheid en Justitie, van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht dat lijkschouwers misdrijven missen door een gebrekkige opleiding (ingezonden 20 augustus 2014).

Vraag 1

Herinnert u zich uw antwoorden op eerdere Kamervragen over het bericht dat lijkschouwers misdrijven missen door een gebrekkige opleiding?1

Vraag 2

Kunt u in aanvulling hierop reageren op de noodkreet van de praktijk over de kwaliteit van lijkschouwing?2

Vraag 3

Erkent u dat er niet alleen sprake is van een Amsterdams probleem, maar van een landelijk probleem, aangezien het Forensisch Medisch Genootschap (FMG), de Vakgroep Forensische Geneeskunde en de Gezondheidsraad in adviezen letterlijk stellen dat vervolgopleidingen ontoereikend zijn en dit niet alleen gevolgen heeft voor de kwaliteit maar ook voor de kwantiteit? Zo ja, kunt u hierop aanvullend op uw eerdere antwoorden reageren?3 Zo nee, waarom niet?

Vraag 4

Hoe verhoudt uw interpretatie van het rapport van de Gezondheidsraad, namelijk dat de verwachte uitstroom uit de beroepsgroep gecompenseerd zal kunnen worden, zich tot de conclusie van de Gezondheidsraad dat «de verwachte uitstroom uit de beroepsgroep deels gecompenseerd zal kunnen worden» maar «de instroom een punt van zorg blijft» en «het te verwachten tekort een ernstige bedreiging inhoudt voor de forensisch-medische beroepsuitoefening»?4 Waarom lopen uw conclusie en die van de Gezondheidsraad zo uiteen?

Vraag 5

Klopt het dat inmiddels zowel het FMG als het Nederlands Register Gerechtelijk Deskundigen (NRGD) deskundige forensische artsen registreren? Hoe verhouden de inschrijvingseisen zich tot elkaar en welke voorwaarden hanteren beide? Waarom is inschrijving in het FMG blijkbaar niet voldoende?

Vraag 6

Klopt het dat u de opleiding tot forensisch arts niet wil financieren omdat hiervoor geen wettelijke basis is en omdat volgens u een register het bewijs is dat er voldoende kwaliteit aanwezig is?5

Vraag 7

Deelt u de mening dat het bestaan van een register niet direct betekent dat het niveau van de opleiding op peil is? Zo ja, kunt u dit dan uitgebreid toelichten? Zo nee, waarom niet?

Vraag 8

Kunt u alsnog uitgebreid reageren op de aanbeveling van de Gezondheidsraad om de vervolgopleiding forensische geneeskunde op dezelfde manier te financieren als andere medische vakgebieden en een leerstoel in te stellen met een bijbehorende onderzoeksgroep?6 Indien hier een wettelijke grondslag voor nodig is, bent u dan bereid om hiervoor te zorgen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 9

Deelt u de mening van de Gezondheidsraad dat het voor de hand zou liggen als de kosten van de financiering voor rekening komt van het Ministerie van Veiligheid en Justitie, omdat forensisch artsen werken ten behoeve van de veiligheid en rechtspraak?7 Zo ja, waarom slaat u deze aanbeveling in de wind? Zo nee, waarom niet?


X Noot
1

Tweede Kamer, vergaderjaar 2013–2014, aanhangsel Handelingen, nr. 2666

X Noot
2

Het Parool, «Wat je mist, zul je nooit weten», 20 juni 2014

X Noot
3

Tweede Kamer, vergaderjaar 2013–2014, aanhangsel Handelingen, nr. 2666, antwoord op de vragen 2, 3 en 5

X Noot
4

Gezondheidsraad, «Forensische Geneeskunde ontleed», blz. 46 (http://www.gezondheidsraad.nl/sites/default/files/ForensischeGeneeskundeOntleed2013_0.pdf)

X Noot
5

Tweede Kamer, vergaderjaar 2013–2014, aanhangsel Handelingen, nr. 2666, antwoord op vraag 6

X Noot
6

Gezondheidsraad, «Forensische Geneeskunde ontleed», blz. 76

X Noot
7

Gezondheidsraad, «Forensische Geneeskunde ontleed», blz. 87

Naar boven