Vragen van de leden Voordewind en Segers (beiden ChristenUnie) aan de Minister van Veiligheid en Justitie over de anti-Israëldemonstratie die zaterdag 12 juli 2014 in Den Haag is gehouden (ingezonden 29 juli 2014).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van de anti-Israëldemonstratie die zaterdag 12 juli 2014 in Den Haag is gehouden, waarbij hakenkruizen en ISIS-vlaggen werden getoond?

Vraag 2

Deelt u de mening dat het onwenselijk is dat nazi-symbolen en vlaggen van uiterst gewelddadige en terroristische organisaties, zoals ISIS, in de Nederlandse publieke ruimte worden getoond?

Vraag 3

Op welke manier gaat u het tonen van deze symbolen en vlaggen tegen?

Vraag 4

Bent u bekend met artikel 17 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM), dat bepaalt dat de in het verdrag vastgelegde rechten en vrijheden er niet zijn om misbruikt te worden? Wat betekent dat voor de Nederlandse vrijheid van meningsuiting en demonstratie? Op welke manier kan voorkomen worden dat deze vrijheden in Nederland worden misbruikt voor het verheerlijken en aanmoedigen van geweld, antisemitisme en de gewelddadige jihad?

Vraag 5

Vindt u dat een burgemeester effectief moet kunnen ingrijpen indien nazi- en jihadsymbolen getoond worden bij een demonstratie? Zo ja, waarom lukt dat nu kennelijk niet en wat zijn uw voornemens om dit te veranderen? Bent u bereid om hierover het gesprek met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten aan te gaan?

Vraag 6

In hoeverre bent u bereid burgemeesters meer bevoegdheden te geven om bij het tonen van bijvoorbeeld nazi- en jihad-symbolen in te grijpen, bijvoorbeeld door aanpassing van de Wet openbare manifestaties?

Naar boven