Vragen van het lid Van Toorenburg (CDA) aan de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over de EO-reportage «De nachtmerrie na het misbruik» (ingezonden 20 mei 2014).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van de EO-reportage «De nachtmerrie na het misbruik»?1

Vraag 2

Herkent u hetgeen de ouders en de advocaat in de reportage naar voren brengen, namelijk dat ouders van misbruikte kinderen nog altijd geen stevige positie hebben als (eveneens) slachtoffers? Zo nee, waarom niet? Zo ja, kunt u hun positie als slachtoffer beschrijven?

Vraag 3

De rechter heeft, in de Amsterdamse zedenzaak (Hof Amsterdam, d.d. 26 april 2013, parketnr. 23 002662-12) bepaald dat ouders geen slachtoffer zijn als bedoeld in art. 51a, e.v. Wetboek van Strafrecht en dat zij zich voor hun schade dus niet kunnen voegen als benadeelde partij; bent u bereid de wet aldus te veranderen dat zij dat wel worden? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke termijn mag de Kamer hiertoe een voorstel ontvangen?

Vraag 4

Wanneer kan de Kamer zich buigen over het aangepaste voorstel voor schadevergoeding in strafzaken waar u momenteel aan schijnt te werken?

Vraag 5

Kunt u aangeven, gelet op het feit dat de ouders in de reportage aangeven dat veel schade die direct verband houdt met het misdrijf niet voor vergoeding in aanmerking komt en zij zich zeer tekortgedaan voelen door het Schadefonds Geweldsmisdrijven, die de schade nauwelijks heeft willen vergoeden, op welke schadevergoeding ouders van misbruikte kinderen in beginsel mogen rekenen?

Vraag 6

Bent u bereid om met de ouders uit de reportage in gesprek te gaan over hetgeen zij hebben moeten doorstaan om nog slechts een gering bedrag van de door hen geleden schade vergoed te krijgen?

Naar boven