Vragen van het lid Oskam (CDA) aan de Minister van Veiligheid en Justitie over het binnenvallen van drugspanden door de politie op basis van onvoldoende (geverifieerde) anonieme informatie (ingezonden 15 mei 2014)

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van de uitspraak van de rechtbank Arnhem inzake de doorzoeking van bedrijfspand waarin een hennepkwekerij gevestigd was?1

Vraag 2

Deelt u de mening dat het, gelet op het belang drugsgerelateerde criminaliteit effectief te bestrijden, jammerlijk is als er inderdaad sprake is van een hennepkwekerij maar dat criminelen hun straf ontlopen of in casu het houden van een hennepkwekerij strafrechtelijk volledig zonder gevolgen blijft doordat opsporingsambtenaren de betreffende informatie onvoldoende hebben geverifieerd?

Vraag 3

Kunt u aangeven hoe het mogelijk is dat dit soort waardevolle tips en informatie klaarblijkelijk niet standaard geverifieerd worden?

Vraag 4

Deelt u de mening dat zelfs in het geval dat opsporingsambtenaren onvoldoende rekening hebben gehouden met de waardering van de bewijsmiddelen, het de taak van een officier van justitie is om te toetsen of de ingezette bevoegdheid wel rechtmatig kan worden ingezet?

Vraag 5

Kunt u aangeven in hoeveel (straf)rechtszaken in 2012 en 2013 door onherstelbaar vormverzuim strafvermindering of vrijspraak volgde, terwijl uit de bewijsmiddelen onomstotelijk is vast komen te staan dat er sprake was van een hennepkwekerij?

Vraag 6

Heeft u indicaties dat binnen de rechtspraak de opinie heerst dat wettelijk genormeerde bevoegdheden uit het Wetboek van Strafvordering te ver worden opgerekt?


X Noot
1

Strafkamer rechtbank Arnhem, 28 januari 2014 (ECLI:NL:RBGEL:2014:2984)

Naar boven