Vragen van het lid Oskam (CDA) aan de Minister van Veiligheid en Justitie over het binnenvallen van drugspanden door de politie op basis van onvoldoende (geverifieerde) anonieme informatie (ingezonden 15 mei 2014)

Antwoord van Minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 26 juni 2014)Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2013–2014, nr. 2205

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van de uitspraak van de rechtbank Arnhem inzake de doorzoeking van bedrijfspand waarin een hennepkwekerij gevestigd was?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2 en 3

Deelt u de mening dat het, gelet op het belang drugsgerelateerde criminaliteit effectief te bestrijden, jammerlijk is als er inderdaad sprake is van een hennepkwekerij maar dat criminelen hun straf ontlopen of in casu het houden van een hennepkwekerij strafrechtelijk volledig zonder gevolgen blijft doordat opsporingsambtenaren de betreffende informatie onvoldoende hebben geverifieerd?

Kunt u aangeven hoe het mogelijk is dat dit soort waardevolle tips en informatie klaarblijkelijk niet standaard geverifieerd worden?

Antwoord 2 en 3

De politie heeft mij meegedeeld dat in de onderhavige zaak een anonieme tip is ontvangen. Deze tip behelsde specifieke informatie over een specifiek adres gecombineerd met enige andere gedetailleerde informatie: het bedrijf waarom het ging en het verwachte tijdstip van het oogsten van cannabis. In beginsel worden dergelijke anonieme meldingen door de politie nader onderzocht voor zover dat mogelijk is. In deze zaak is door de politie het energieverbruik onderzocht en of het in de tip genoemde bedrijf inderdaad op het adres was gevestigd. Op basis hiervan heeft de politie zich naar het desbetreffende adres begeven en is volgens de politie toestemming van de eigenaar verkregen om het pand te betreden.

De rechtbank heeft vastgesteld dat uit het dossier niet voldoende blijkt dat de verdachte aan de politie ondubbelzinnig en uitdrukkelijk toestemming heeft gegeven om het pand te betreden. Uitgaande van het ontbreken van de toestemming heeft de rechtbank geoordeeld dat de bovenvermelde informatie onvoldoende was voor binnentreden op grond van artikel 9 Opiumwet en dat de door het binnentreden verkregen informatie moet worden uitgesloten voor het bewijs. De rechtbank heeft de verdachte vervolgens vrijgesproken.

Vanwege de ouderdom van de zaak (januari 2011) en de beperkte onderzoeksmogelijkheden die resteren op het punt van de start van het onderzoek, is door het openbaar Ministerie besloten in deze zaak geen hoger beroep in te stellen. Daardoor staat de uitkomst van deze zaak vast. Ik betreur het als eventuele strafbare feiten onbestraft zijn gebleven.

Vraag 4

Deelt u de mening dat zelfs in het geval dat opsporingsambtenaren onvoldoende rekening hebben gehouden met de waardering van de bewijsmiddelen, het de taak van een officier van justitie is om te toetsen of de ingezette bevoegdheid wel rechtmatig kan worden ingezet?

Antwoord 4

De politie heeft op grond van artikel 9 Opiumwet, na het verkrijgen van een machtiging daartoe van een hulpofficier van justitie, een zelfstandige bevoegdheid tot het binnentreden van bijvoorbeeld een woning.

Vraag 5

Kunt u aangeven in hoeveel (straf)rechtszaken in 2012 en 2013 door onherstelbaar vormverzuim strafvermindering of vrijspraak volgde, terwijl uit de bewijsmiddelen onomstotelijk is vast komen te staan dat er sprake was van een hennepkwekerij?

Antwoord 5

Over deze aspecten zijn uit de registratiesystemen van het OM en de Raad voor de Rechtspraak geen gegevens te destilleren.

Vraag 6

Heeft u indicaties dat binnen de rechtspraak de opinie heerst dat wettelijk genormeerde bevoegdheden uit het Wetboek van Strafvordering te ver worden opgerekt?

Antwoord 6

De passage uit de in vraag 1 aangehaalde uitspraak van de Rechtbank Gelderland over het onaanvaardbaar oprekken van wettelijk genormeerde bevoegdheden ziet kennelijk op de opmerking van de rechtbank in dezelfde uitspraak over het door de politie binnentreden van een pand waar een hennepkwekerij wordt vermoed op basis van één, soms anonieme, informatiebron die niet (serieus) door de politie is gecontroleerd en geverifieerd. De Raad voor de Rechtspraak heeft mij meegedeeld niet in zijn algemeenheid te kunnen zeggen dat binnen de rechtspraak de opinie heerst dat de wettelijke bevoegdheden uit het Wetboek van Strafvordering (te) ver worden opgerekt.


X Noot
1

Strafkamer rechtbank Arnhem, 28 januari 2014 (ECLI:NL:RBGEL:2014:2984)

Naar boven