Vragen van het lid Jasper van Dijk (SP) aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over zeggenschap van lidstaten bij het afsluiten van handelsverdragen (ingezonden 13 mei 2014).

Vraag 1

Wat is uw reactie op het bericht «EU-land niet meer altijd eigen baas bij ruzie met buitenlands bedrijf»?1

Vraag 2

Hoe oordeelt u over het feit dat Europees Commissaris voor Handel De Gucht wil vermijden dat nationale parlementen hun goedkeuring aan het vrijhandelsverdrag tussen Canada en de EU (CETA) moeten verlenen?

Vraag 3

Klopt het, dat De Gucht heeft gezegd: «Hebben we echt 27 aanvullende ratificaties nodig als het Europees Parlement het ook kan doen?» Wat vindt u van deze opstelling van de Europese Commissie?

Vraag 4

Wat onderneemt u om ervoor te zorgen dat CETA de status van een «gemengd akkoord» behoudt, zodat het verdrag door de lidstaten geratificeerd moet worden?

Vraag 5

Wat onderneemt u indien het Europese Hof De Gucht in het gelijk stelt en oordeelt dat CETA onder de exclusieve competentie van de EU valt? Hoe rijmt u een dergelijke opvatting met het feit dat een meerderheid van de lidstaten van mening is dat onderdelen van de hoofdstukken over diensten en investeringsbescherming onder de competentie van de lidstaten vallen?2

Vraag 6

Wat zijn de gevolgen voor de ratificatie van het vrijhandelsverdrag tussen de VS en de EU (TTIP), indien CETA gekwalificeerd wordt als een exclusieve competentie van de EU?

Vraag 7

Deelt u de mening dat goedkeuring van TTIP altijd aan het Nederlandse parlement moet worden voorgelegd, aangezien hiertoe een motie is aangenomen?3

Vraag 8

Wat zijn de «netelige kwesties» waarover de Canadese media berichten omtrent de afronding van de onderhandelingen over het CETA-verdrag?

Vraag 9

Wordt het hoofdstuk over investeringsbescherming in CETA ook meegenomen in het onderzoek naar investeringsbescherming in TTIP, dat u tijdens de begrotingsbehandeling Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking heeft toegezegd? Deelt u de mening dat dit onderzoek eerst moet worden afgerond, voordat u kunt instemmen met een dergelijk hoofdstuk?

Vraag 10

Klopt het, dat op de agenda van de laatste RBZ Handel als hamerstuk een verordening stond «die regelt dat lidstaten tegen hun eigen wil in kunnen worden gedwongen om een bepaald standpunt in te nemen, als ze door een investeerder uit een niet-EU-land worden aangeklaagd»? Is dit punt inderdaad zonder enig debat als hamerstuk aangenomen?

Vraag 11

Klopt het, dat «de Commissie lidstaten zelfs kan dwingen in een investeringsgeschil te schikken»? Deelt u de mening dat het onaanvaardbaar is om deze zaken als hamerstuk af te doen en dat op zijn minst de Tweede Kamer hierover moet kunnen spreken?


X Noot
1

Het Financieele Dagblad, 8 mei 2014: «EU-land niet meer altijd eigen baas bij ruzie met buitenlands bedrijf»

X Noot
2

Kamerstuk 21 501-02 nr. 1373

X Noot
3

Kamerstuk 21 501-02 nr. 1338 (motie Klaver/Jasper van Dijk)

Naar boven