Vragen van de leden Hoogland en Otwin van Dijk (beiden PvdA) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu over het oordeel van het College voor de Rechten van Mens over het door Veolia gemaakte onderscheid op basis van handicap of chronische ziekte (ingezonden 29 april 2014).

Vraag 1

Kent u het oordeel van het College voor de Rechten van de Mens, oordeelnummer 2014-50, over het door Veolia Transport Limburg B.V. gemaakte onderscheid op basis van handicap of chronische ziekte?1

Vraag 2

Hoe beoordeelt u het feit dat Veolia Transport Limburg B.V. volgens het College voor de Rechten van de Mens verboden onderscheid heeft gemaakt op grond van handicap of chronische ziekte door geen tijdelijke bijstand te verlenen aan een reiziger in een rolstoel?

Vraag 3

Bent u bereid hierover met de provincie Limburg en Veolia Transport Limburg B.V. in overleg te treden?

Vraag 4

Deelt u de mening dat onderscheid maken op grond van handicap of chronische ziekte onwenselijk is en uitermate kwetsend voor de gedupeerden?

Naar boven