Vragen van het lid De Wit (SP) aan de Minister van Veiligheid en Justitie over het op Nederlands grondgebied verrichten van opsporingsactiviteiten door Amerikaanse diensten en het naar aanleiding daarvan uitleveren van een Nederlander (ingezonden 30 januari 2014).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Uitlevering online drugshandelaar toegestaan»?1

Vraag 2

Is het waar dat de verdenkingen ten aanzien van deze verdachte zijn ontstaan door de inzet van pseudokopers door de Amerikaanse Drugs Enforcement Administration? Aan welke regels is dergelijke inzet verbonden?

Vraag 3

Is het waar dat hier door Nederland in dit geval geen toestemming voor is gegeven? Zo ja, welke gevolgen dient dit feit naar uw mening te hebben voor de verdachte en zijn dreigende uitlevering?

Vraag 4

Is het waar dat de omstreden handelingen, de verkoop van drugs via internet, op Nederlands grondgebied plaatsvonden? Zo ja, waarom kiest Nederland dan voor het uitleveren van betrokkene, in plaats van deze zelf te vervolgen?

Vraag 5

Hoe is het mogelijk dat Amerikaanse opsporingsdiensten kennelijk in Nederland opsporingsactiviteiten verrichten? Hoe vaak gebeurt dat? In hoeveel gevallen is hier toestemming voor gegeven en in hoeveel gevallen, bij u bekend, ontbrak die toestemming? Is er in dit soort gevallen sprake van onrechtmatig verkregen bewijs?

Vraag 6

Indien er daadwerkelijk opsporingsactiviteiten op Nederlands grondgebied worden verricht zonder toestemming, heeft u uw Amerikaanse ambtgenoot hierover om opheldering verzocht? Wat was de reactie? Hoe wordt voorkomen dat dit vaker zal gebeuren?

Vraag 7

Hoe beoordeelt u het uitleveringsverzoek van de Amerikanen in deze zaak, gelet op alle omstandigheden van het geval? Deelt u de mening van de advocaat van betrokkene, die zegt dat een eventuele uitlevering in deze zaak een vrijbrief voor Amerikaanse agenten zou zijn om in Nederland naar believen hun gang te gaan? Zo niet, waarom niet?

Vraag 8

Bent u bereid deze uitlevering te weigeren? Zo niet, waarom niet?

Naar boven