Vragen van het lid Jasper van Dijk (SP) aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over nevenfuncties van hoogleraren (ingezonden 12 november 2013).

Vraag 1

Is het waar dat nevenfuncties van hoogleraren openbaar dienen te zijn, zoals uw ambtsvoorganger aangaf in antwoord op eerdere vragen inzake het openbaar maken van nevenfuncties van hoogleraren?1

Vraag 2

Wanneer heeft u voor het laatst een rapportage van nevenfuncties van hoogleraren gekregen? Kunt u deze aan de Kamer doen toekomen?

Vraag 3

Deelt u de mening dat openbaarheid van groot belang is, gezien het feit dat 60 procent van de onderzochte hoogleraren bijklust en 44 procent banden heeft met de commerciële sector?2

Vraag 4

Deelt u de mening dat meer nodig is om transparantie te krijgen, aangezien de nevenfuncties op websites slecht worden bijgehouden?

Vraag 5

Bent u bereid aan te dringen op een aanscherping van de Gedragscode van de Vereniging van Samenwerkende Nederlandse Universiteiten, opdat er meer actuele en nauwkeurige informatie over nevenfuncties wordt gegeven?

Vraag 6

Hoe oordeelt u over het feit dat «vrijwel alle hoogleraren» toegeven dat belangenverstrengeling voorkomt? Wat gaat u ondernemen om deze ontwikkeling te keren?

Vraag 7

Deelt u de mening dat de onafhankelijke wetenschap schade wordt toegebracht door het grote aantal dubbele petten? Bent u bereid voorstellen te doen om het grote aantal nevenfuncties aan banden te leggen?


X Noot
1

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2008–2009, nr. 1634

X Noot
2

De Groene, 1 november 2013

Naar boven