Vragen van het lid Oosenbrug (PvdA) aan de minister van Veiligheid en Justitie over angst bij de Rabobank om gegevens te delen met het Nationaal Cyber Security Centrum (ingezonden 9 oktober 2013).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht «Rabobank overweegt proces tegen Staat om geheimhouding»?1

Vraag 2

Deelt u de mening dat het voor een optimale werking van het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC) van zeer groot belang is dat deelnemende partijen zonder onnodige belemmeringen informatie delen over de beveiliging van hun IT-systemen? Zo ja, bent u van mening dat op dit moment al onbelemmerd data gedeeld kunnen worden?

Vraag 3

Kende u de signalen van de Rabobank, dat zij van openbaarmaking via de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) van de gegevens die zij met het NCSC deelt als reëel risico ziet? Zo ja, heeft u ook van andere bedrijven dergelijke signalen ontvangen?

Vraag 4

Welk effect heeft de dreiging van openbaarmaking via de Wob, naar uw inschatting, op de bereidheid van partijen om informatie te delen?

Vraag 5

In hoeverre kan het NCSC zekerheid bieden aan de deelnemers over de vertrouwelijkheid van gedeelde informatie, op basis artikel 10.1, leden b en c van de Wob?

Vraag 6

Denkt u dat een proefproces van de Rabobank de helderheid kan vergroten over de vertrouwelijkheid van de gedeelde gegevens? Ziet u hierin aanleiding om een proefproces te faciliteren?

Vraag 7

Als de dreiging van openbaarheid in de toekomst het delen van informatie met het NCSC blijft belemmeren, bent u dan bereid om te onderzoeken of specifiek de gelijkwaardige publiek-private samenwerking een andere juridische samenwerkingsvorm behoeft?

Naar boven