Vragen van de leden Kerstens en Otwin Van Dijk (beiden PvdA) aan de ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het korten van topinkomens in de zorg (ingezonden 7 oktober 2013).

Vraag 1

Kent u het bericht «Rotterdam kort zorginstelling met topinkomen»1 en herinnert u zich de antwoorden op eerdere vragen over het opleggen van salarisnormen aan een zorginstelling door gemeenten?2

Vraag 2

Heeft u met instemming kennisgenomen van het voornemen van het gemeentebestuur van Rotterdam om op te treden tegen topinkomens bij zorginstellingen? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?

Vraag 3

Hoeveel gemeenten of andere decentrale bestuursorganen stellen aan de Wet normering topinkomens aanvullende of verdergaande voorwaarden aan de bezoldiging van medewerkers en bestuurders van instellingen die zij subsidiëren?

Vraag 4

Deelt u de mening dat gemeenten en andere decentrale bestuursorganen gestimuleerd moeten worden om door middel van subsidievoorwaarden invloed uit te oefenen op de topinkomens van de gesubsidieerde instellingen? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?

Vraag 5

Wat gaat u doen om gemeenten en andere decentrale bestuursorganen aan te zetten tot het stellen van subsidievoorwaarden aan instellingen die topinkomens uitkeren?

Vraag 6

Wat is de stand van uw overleg met de VNG over het topinkomensbeleid en het juridisch instrumentarium dat het Rijk en gemeenten hebben om daar invloed op uit te oefenen? Over welke instrumenten, anders dan het korten van subsidie, beschikken gemeenten om invloed uit te oefenen op topinkomens van gesubsidieerde instellingen?

Vraag 7

Wat is de stand van zaken met de model-subsidieregeling van de VNG waarin aandacht wordt geschonken aan het voorkomen dat subsidiegeld wordt besteed aan (te) hoge topsalarissen bij gesubsidieerde instellingen?


X Noot
2

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2012–2013, nr. 2134

Naar boven