Vragen van het lid Schouw (D66) aan de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over de effecten van de wijziging van het landgebonden asielbeleid Somalië (ingezonden 16 augustus 2013).

Vraag 1

Hoe heeft u vastgesteld dat de Somaliërs zijn teruggekeerd vanwege ontstane twijfel over de nationaliteit?1 Hoe zijn deze mislukte uitzettingen te rijmen met de terugkeerafspraken die met de Somalische autoriteiten zijn gemaakt? Bieden deze terugkeerafspraken garanties dat de Somalische autoriteiten asielzoekers bij uitzetting ook daadwerkelijk zullen terugnemen?

Vraag 2

Kunt u nader specificeren hoeveel asielzoekers vrijwillig zijn teruggekeerd naar Somaliland en hoeveel naar Zuid- en Centraal Somalië?2

Vraag 3

Waarom verschilt het antwoord op vraag 3 van de eerdere vragen over de effecten van de wijziging van het landgebonden asielbeleid Somalië van hetgeen namens u bij de rechtbank in Rotterdam is uiteengezet?3

Vraag 4

Bent u van mening dat er voor de Somaliërs die worden vastgehouden in vreemdelingendetentie voldoende zicht op uitzetting is?4

Vraag 5

Wat is uw reactie op het bericht dat Artsen zonder Grenzen, dat al sinds 1991 actief is in Somalië, uit Somalië vertrekt omdat het daar te onveilig is geworden? Blijft u bij uw standpunt dat het veilig genoeg is voor Somaliërs om terug te keren?5

Vraag 6

Is het feit dat er inmiddels dertien «interim measures» zijn afgegeven door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) voor u reden om pas op de plaats te maken en af te zien van (pogingen tot) uitzettingen naar Zuid-Centraal Somalië totdat het Europees Hof voor de Rechten van de Mens een inhoudelijke uitspraak heeft gedaan over de veiligheidssituatie? Bent u bereid opvang te verlenen aan asielzoekers afkomstig uit Zuid- en Centraal Somalië totdat het EHRM een dergelijke uitspraak heeft gedaan?


X Noot
1

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2012–2013, nr. 2942, vraag 1

X Noot
2

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2012–2013, nr. 2942, vraag 2

X Noot
4

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2012–2013, nr. 2942, vraag 4

Naar boven