Vragen van het lid Thieme (PvdD) aan de staatssecretaris van Economische Zaken over het uitzetten van edelherten in klein omhekt gebied (ingezonden 3 juli 2013).

Vraag 1

Kent u het bericht «Edelhert terug in Brabant»?1

Vraag 2

Is het waar dat het edelhert bij realisatie van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) en uitvoering van het ontsnipperingsbeleid naar alle waarschijnlijkheid zelf naar de provincie Noord-Brabant zal komen? Zo nee, waar baseert u dat op? Zo ja, zou het geld niet beter daaraan besteed kunnen worden?

Vraag 3

Bent u van mening dat 300 hectare te weinig is voor een levensvatbare populatie edelherten? Zo nee, wat is volgens u de maximale draagkracht van het gebied? Zo ja, moeten de dieren als gehouden dieren worden gezien?

Vraag 4

Is er sprake van uitzetten van dieren in de zin van artikel 14 flora- en faunawet? Zo ja, bent u bereid de initiatiefnemers te laten weten dat u niet bereid bent een ontheffing te verlenen onder meer vanwege de beleidslijn herintroducties?2

Vraag 5

Is het waar dat de provincie Noord-Brabant zowel moet handhaven dat er geen dieren worden uitgezet als financier is van dit project? Zo ja, wat vindt u van deze rollenverstrengeling?

Vraag 6

Vindt u het een verstandige besteding van middelen voor natuur om hekwerken en herten aan te schaffen om een hertenkamp te bouwen?

Vraag 7

Hoe verhoudt zich de intentie van het project om de populatie te beperken tot «maximaal 20 tot 25 dieren» in een gerasterd terrein middels afschot door hobbyjagers met artikel 8 Besluit beheer en schadebestrijding dieren?3

Vraag 8

Heeft het houden van een onnatuurlijk klein aantal edelherten de positieve effecten op de biodiversiteit die de initiatiefnemers claimen? Zo ja, is dat wetenschappelijk aangetoond?

Vraag 9

Is het waar dat de uitvoering van dit project het ecoduct over de A2 aan weerszijden afsluit?


X Noot
2

«Herintroductie komt als maatregel pas in beeld als zelfstandige terugkeer van een soort onwaarschijnlijk is.» (DN. 2008/640)

X Noot
3

Geen ontheffing wordt verleend van het verbod van artikel 9 van de wet op grond van de belangen als bedoeld in artikel 68, eerste lid, onderdeel c en d, van de wet voor edelherten, damherten, reeën en wilde zwijnen die leven op ingerasterde terreinen met een oppervlakte kleiner dan 5.000 hectare.

Naar boven