Vragen van het lid Dik-Faber (ChristenUnie) aan de minister van Infrastructuur en Milieu over knelpunten bij de invoering van het Wijzigingsbesluit bodemenergiesystemen (ingezonden 3 juli 2013).

Vraag 1

Kent u het bericht «Groen licht voor bodemenergie?»1 en de brief van branchevereniging BodemenergieNL2 betreffende knelpunten bij de invoering van het Wijzigingsbesluit bodemenergiesystemen3?

Vraag 2

Klopt het dat provincies en gemeenten voornemens zijn om de uitzonderingen in het Wijzigingsbesluit maximaal te gaan gebruiken waardoor de realisatie van bodemenergiesystemen niet simpeler, maar juist complexer wordt en de met het wijzigingsbesluit beoogde vereenvoudiging en harmonisatie niet worden bereikt?

Vraag 3

Klopt het dat in het verleden in de meeste provincies systemen onder de 10 m3/uur vrijgesteld waren van vergunningplicht, dat het Wijzigingsbesluit het doel had dit ruimer te stellen en meer te gaan werken met algemene regels, maar dat nu in vijf provincies voor deze systemen nagenoeg altijd vergunningen zijn vereist?

Vraag 4

Bent u er mee bekend dat de omgevingsdienst Zuid-Holland haar gemeenten wil adviseren om de gehele bebouwde kom als interferentiegebied aan te wijzen waardoor deze gemeenten voor de gehele bebouwde kom aanvullende regels voor bodemenergie kunnen stellen, gesloten systemen hier vergunningplichtig worden en de provincie hier voor open systemen een langere procedure kan opleggen? Bent u ermee bekend dat meerdere provincies dit advies willen overnemen?

Vraag 5

Deelt u de mening dat dit advies strijdig is met het Wijzigingsbesluit dat regelt dat interferentiegebieden alleen onderbouwd kunnen worden aangewezen?

Vraag 6

Klopt het dat enkele provincies terug willen komen op het afgesproken generieke koudeoverschot voor alle bodemenergiesystemen? Deelt u de mening dat dit in strijd is met de motie Wiegman-Van Meppelen Scheppink c.s.?4

Vraag 7

Klopt het dat provincies zijn teruggekomen van de afspraak om zich te committeren aan de Besluitvormings Uitvoerings Methode bodemenergiesystemen (BUM) en de Handhavings Uitvoerings Methode bodemenergiesystemen (HUM) om te komen tot meer uniformering?

Vraag 8

Deelt u de mening dat hiermee harmonisatie als belangrijke doelstelling van de nieuwe regelgeving ongedaan wordt gemaakt?

Vraag 9

Deelt u de waarneming dat provincies er voor kiezen kwaliteit te regelen via aanvullende voorschriften in plaats van gebruik te maken van het in het Wijzigingsbesluit opgenomen certificeringssysteem?

Klopt het dat provincies niet gezamenlijk met de branchevereniging en het ministerie om de tafel willen om het Wijzigingsbesluit te evalueren? Deelt u de mening dat het wenselijk is dat een gezamenlijke evaluatie tot het beste resultaat leidt?

Vraag 10

Bent u bereid het Wijzigingsbesluit bodemenergiesystemen versneld te evalueren en op korte termijn in gesprek te gaan met provincies en de branchevereniging BodemenergieNL om bovengenoemde problemen op te lossen?


X Noot
1

Vakblad Warmtepompen, juli 2013, blz. 46, www.vakbladwarmtepompen.nl

X Noot
2

Brief aan de minister van Infrastructuur en Milieu, 21 juni 2013

X Noot
3

Staatsblad, Jaargang 2013, nummer 112 van 29 maart 2013

X Noot
4

Kamerstuk, 29 383 nr. 185

Naar boven