Vragen van het lid Van Tongeren (GroenLinks) aan de minister van Veiligheid en Justitie over de niet-nakoming van controles op de correcte uitvoering van de Wet Politiegegevens (ingezonden 25 juni 2013).

Vraag 1

Herinnert u zich eerdere vragen over schendingen van de Wet Politiegegevens (Wpg)?1

Vraag 2

Hoe beoordeelt u het feit dat de politie de verplichting (artikel 33, derde lid, Wpg) zichzelf opnieuw te controleren op de correcte uitvoering van de wet niet nakomt? Welke consequenties verbindt u hieraan?

Vraag 3

Op welke termijn zullen de hercontroles zijn afgerond, de afschriften van de controleresultaten aan het College bescherming persoonsgegevens (CBP) zijn verzonden (artikel 33, tweede lid, Wpg) en deze rapportages openbaar zijn gemaakt?

Vraag 4

Deelt u de mening dat het vertrouwen van de Nederlandse burger in de politie wordt geschaad nu de politie niet alleen deze keer de controles te laat uitvoert, maar zij ook de vorige controle een jaar te laat heeft uitgevoerd en uit deze controle is gebleken dat geen enkel politiekorps de bescherming van persoonsgegevens op orde heeft?

Vraag 5

Deelt u de mening dat het werk van de politie te belangrijk is om teniet te worden gedaan door slordigheden in de toepassing van bevoegdheden? Zo ja, kunt u aangeven hoeveel onderzoeken gestrand zijn door een onverantwoorde omgang met gegevens? Zo nee, waarom niet?

Vraag 6

Deelt u de mening dat het belangrijk is dat transparantie over de zorgvuldigheid waarmee de politie met persoonsgegevens omgaat van het grootste belang is? Bent u bereid om de frequentie van de controles (als bedoeld in artikel 6:5, eerste lid, Besluit politiegegevens) te verhogen tot een jaarlijkse controle? Zo nee, waarom niet?

Vraag 7

Deelt u de mening dat het voorbarig is om de opsporingsbevoegdheden van de politie uit te breiden als duidelijk is dat zij niet structureel op verantwoorde wijze met persoonsgegevens in een gevoelige context om kan gaan?


X Noot
1

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2011–2012, nr. 3232

Naar boven