Vragen van het lid Voortman (GroenLinks) aan de minister voor Wonen en Rijksdienst over de op 11 juni 2013 aangenomen resolutie over sociale huisvesting in de Europese Unie (ingezonden 13 juni 2013).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van de resolutie over sociale huisvesting in de Europese Unie die het Europees Parlement op 11 juni 2013 aannam, waarin wordt benadrukt dat overheden vrij zijn de doelgroep van sociale huisvesting vast te stellen en Europees mededingingsbeleid in geen geval mag worden gebruikt als instrument om diensten van algemeen economisch belang te ondermijnen?1

Vraag 2

Deelt u de zorgen over het feit dat door de geldende inkomensgrens voor sociale huisvesting van 34.229 euro, huishoudens met een inkomen net daarboven in veel gemeenten nog steeds moeilijk aan betaalbare woonruimte kunnen komen, ondanks de 10% toewijzingsruimte aan huishoudens met een inkomen tot maximaal 38.000 euro?

Vraag 3

Deelt u de inschatting dat Nederland zelf kan besluiten tot meer flexibiliteit in het toewijzen van sociale huurwoningen aan middeninkomens en dat het besluit van de Europese Commissie van 2009 onnodig gedetailleerde afspraken maakt over de doelgroep van de Nederlandse sociale woningmarkt?

Vraag 4

Bent u bereid om, in het licht van de steun die het Europees Parlement daarvoor geeft, met de Europese Commissie te overleggen over het verruimen van de doelgroep voor sociale woningbouw? Zo nee, waarom niet?

Naar boven