Vragen van het lid Dik-Faber (ChristenUnie) aan de minister van Economische Zaken over het bericht dat het aandeel hernieuwbare energie vrijwel gelijk is gebleven (ingezonden 8 mei 2013).

Vraag 1

Hebt u kennisgenomen van het CBS-onderzoek, waaruit blijkt dat het aandeel hernieuwbare energie vrijwel gelijk is gebleven in 2012?1

Vraag 2

Deelt u de mening dat de cijfers een teleurstellend beeld geven van de groei van het aandeel schone energie?

Vraag 3

Hoe beschouwt u de beperkte groei van 0,1% van het aandeel schone energie in relatie tot het kabinetsdoel van 16% hernieuwbare energie in 2020?

Vraag 4

Deelt u, gezien het grote aandeel biomassa in de duurzame energiemix, de mening dat het tijd is om veel meer in te zetten op andere meer innovatieve en langer houdbare vormen van schone energie?

Vraag 5

Zijn de cijfers voor u aanleiding om de ambities met betrekking tot windenergie op land realistischer te maken, aangezien veel beoogde locaties afvallen in verband met belangen van ruimtelijke ordening, omwonenden of milieu, en om daarnaast windenergie op zee te versnellen?

Vraag 6

Welke actie onderneemt u om energiebesparing beter en sneller van de grond te krijgen, gezien de belangrijke bijdrage aan het verhogen van het aandeel schone energie?

Naar boven