Vragen van de leden Van Haersma Buma (CDA), Pechtold (D66), Slob (ChristenUnie), Van Ojik (GroenLinks) en Van der Staaij (SGP) aan de minister-president over de gevolgen van het akkoord voor de ontwikkeling van het (structurele) EMU-saldo en de staatsschuld in de periode 2014–2017 (ingezonden 12 april 2013).

Vraag 1

Kan de regering in aanvulling op het financieel kader, behorende bij het sociaal akkoord, inzicht geven in de gevolgen van het akkoord voor de ontwikkeling van het (structurele) EMU-saldo en de staatsschuld in de periode 2014–2017?

Vraag 2

Hoe ziet het stabiliteitsprogramma er uit dat de regering voor 1 mei naar Brussel dient te sturen? Maakt het sociaal akkoord hiervan een integraal onderdeel uit? Worden er in het programma aanvullende bezuinigingen in het vooruitzicht gesteld?

Vraag 3

Houdt de regering vast aan het bereiken van een begrotingstekort van maximaal 3% in 2014? Op welke wijze denkt de regering dat te bereiken?

Vraag 4

Met welk percentage moet de economie groeien om komend najaar te kunnen concluderen dat er geen extra bezuinigingen nodig zijn om aan de 3%-norm te voldoen?

Vraag 5

Worden alle in de brief van 1 maart 20131, met het aanvullend pakket van 4,3 miljard euro aan bezuinigingen en intensiveringen voor 2014, genoemde aanvullende bezuinigingen (voorlopig) geschrapt? Geldt dat ook voor de genoemde intensiveringen van 800 miljoen euro?

Vraag 6

Wat zijn de effecten van het akkoord op de (structurele) werkgelegenheid, de arbeidsproductiviteit en de economische groei ten opzichte van het regeerakkoord?

Vraag 7

Wat zijn de gevolgen van de stijging van de WW-premies met 1,3 miljard euro per 1 januari 2014 voor de werkgelegenheid, nu er voor werkgevers tegenover deze lastenverzwaring niet langer een verlaging van lasten/kosten staat?

Vraag 8

Wat zijn de effecten van het akkoord op de lasten van huishoudens en het besteedbaar inkomen ten opzichte van het regeerakkoord? Welke (meetbare) verbetering van het consumentenvertrouwen heeft het kabinet zich voor 2014 ten doel gesteld?

Vraag 9

De publiek gefinancierde WW wordt op den duur fifty-fifty door werkgevers en werknemers betaald; volgens de regering wordt de overgang naar het nieuwe systeem «budgettair en lastenneutraal ingevoerd; wat betekent dit concreet? Hoeveel euro per jaar moet de premie van werkgevers en werknemers worden om de publieke inperking te betalen? In hoeverre worden werkgevers en werknemers voor welke premie(-stijging) gecompenseerd? Op welke wijze?

Vraag 10

Met welk percentage stijgt de marginale druk als gevolg van de stijging van de WW-premie?

Vraag 11

Welke gevolgen heeft het sociaal akkoord zowel inhoudelijk als qua timing voor de wetsvoorstellen op basis van het regeerakkoord die momenteel in de Kamer voorliggen, dan wel in voorbereiding zijn? Komen alle wetsvoorstellen met een structureel budgettair beslag van meer dan 50 miljoen – conform afspraak – nog in 2013 naar de Tweede Kamer?

Vraag 12

Waarom is de regering niet bereid om het pakket aan maatregelen te laten doorrekenen door het Centraal Planbureau? Bent u bereid dit alsnog te doen?

Vraag 13

Bent u bereid om deze vragen uiterlijk maandag 15 april om 18:00 uur te beantwoorden?


X Noot
1

Kamerstuk 33 566, nr. 1

Naar boven