Vragen van het lid Kooiman (SP) aan de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over het spreekverbod voor gevangenisdirecteuren en gevangenispersoneel en de verhouding tot de vrijheid van meningsuiting (ingezonden 26 maart 2013).

Vraag 1

Kunt u zich voorstellen dat mensen die werkzaam zijn in het gevangeniswezen de behoefte hebben hun mening te uiten over het door u gepresenteerde Masterplan DJI 2013-2018, nu dit plan drastische gevolgen heeft voor de gevangenissen? In hoeverre hebben gevangenisdirecteuren en gevangenispersoneel die mogelijkheid?

Vraag 2

Staat het gevangenispersoneel en leidinggevenden uit het gevangeniswezen altijd vrij om contact op te nemen met politici? Kunt u garanderen dat zij hierop nooit zullen worden afgerekend? Zo nee, waarom niet?

Vraag 3

Is het hen ook toegestaan de media te woord te staan, zodat niet alleen de voorstanders van het sluitingsplan aan het woord komen maar dat ook andere geluiden kunnen klinken? Zo nee, waarom niet?

Vraag 4

Is het waar dat de directeur die in Eenvandaag aan het woord kwam een spreekverbod opgelegd had gekregen van het ministerie?1 Op basis waarvan? Waar was dit voor nodig?

Vraag 5

Als u werkelijk zo zeker bent van de juistheid van uw Masterplan detentie, dan is het toch ook niet erg wanneer andere meningen hierover klinken? U kunt deze dan toch (al dan niet publiekelijk) weerspreken?

Vraag 6

Hoe verhoudt een spreekverbod zich tot de grondwettelijk vastgelegde vrijheid van meningsuiting, die ook voor gevangenispersoneel geldt?

Vraag 7

Waarom moet de discussie overgelaten worden aan relatieve buitenstaanders, zoals wetenschappers, politici en anderen, terwijl de mensen die dagelijks dit werk doen, zoals medewerkers en directeuren van penitentiaire inrichtingen, hierover niets zouden mogen zeggen?

Vraag 8

Waar bent u bang voor? Waarom gaat het ministerie hier (nog steeds) zo krampachtig mee om? Bent u bereid de eerder gekozen beleidslijn, zoals onder meer neergelegd in antwoorden op eerdere vragen te versoepelen?2

Vraag 9

Kunt u deze vragen binnen twee dagen beantwoorden, met een afzonderlijk antwoord per gestelde vraag en dus niet geclusterd, vanwege de urgentie van dit onderwerp en de publieke discussie die nu gevoerd wordt?


X Noot
1

Eenvandaag, 23 maart 2013

X Noot
2

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2007–2008, nr. 1241

Naar boven