Vragen van het lid Paulus Jansen (SP) aan de minister voor Wonen en Rijksdienst over de effecten van het woningmarktakkoord voor de noordelijke woningcorporaties (ingezonden 19 februari 2013).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van de doorrekening van de gevolgen van het woningmarktakkoord van VVD-PvdA-D66-CU-SGP voor de woningcorporaties in de Noordelijke provincies1

Vraag 2

Onderschrijft u de conclusie dat voor de woningcorporaties uit de Noordelijke provincies de investeringsruimte voor de periode 2013–2018 na het woningmarktakkoord zal teruglopen met 52%, ten opzichte van een terugloop van 14% als gevolg van het regeerakkoord Rutte II?2

Zo nee, kunt u dit antwoord onderbouwen met de afwijkingen die u hanteert ten opzichte van het rekenmodel van woningcorporatie Het Vitale Noorden?

Vraag 3

Wat was het beoogde investeringsniveau van de Nederlandse woningcorporaties in de periode 2013–2018 op basis van het woningmarktakkoord en wat was de beoogde reële stijging van de huren die u hierbij voor ogen had?

Vraag 4

Op welke wijze denkt u alsnog te voorkomen dat er een dramatische terugval van het investeringsniveau van de Noordelijke woningcorporaties gaat plaatsvinden?


X Noot
1

«Effecten voorgenomen beleid voor investeringsruimte Het Vitale Noorden», 17 februari 2013 (als bijlage meegestuurd met deze schriftelijke vragen)

X Noot
2

Beide percentages: terugloop ten opzichte van het basispad Lente-akkoord 2012

Naar boven