Vragen van het lid Schouw (D66) aan de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over de aantallen kinderen die níet onder de Regeling langdurig verblijvende kinderen vallen (ingezonden 12 februari 2013).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van de brieven van Vluchtelingenwerk en Defence for Children en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten naar aanleiding van de Regeling langdurig verblijvende kinderen?1

Vraag 2

Kunt u een schatting geven van het aantal langdurig verblijvende kinderen (vreemdelingen die ten minste vijf jaar voor het bereiken van de meerderjarige leeftijd in Nederland verbleven) die zich in Nederland bevinden?

Vraag 3

Kunt u een schatting maken van het aantal kinderen dat niet onder de regeling valt vanwege een contra-indicatie, zoals die in de regeling is vastgesteld? Kunt u dit per contra-indicatie aangeven?

Vraag 4

Kunt u een schatting geven van het aantal kinderen dat niet onder de regeling valt omdat zij geen asielverzoek hebben ingediend? Hoeveel daarvan hebben wel een reguliere aanvraag ingediend?

Vraag 5

Vallen gezinnen die zich langer dan drie maanden hebben onttrokken aan het toezicht van de Rijksoverheid, maar wel altijd in het zicht van de gemeente zijn gebleven, buiten de regeling? Zo ja, waarom en om hoeveel kinderen zal het hier gaan?

Vraag 6

Vallen 18-, 19- 20- jarigen, die niet meer recht hadden op Rijksopvang maar wel in het zicht van de gemeente zijn gebleven, bijvoorbeeld bij een perspectiefproject, buiten de regeling? Zo ja, waarom en om hoeveel kinderen gaat het?

Vraag 7

Kunt u de deze vragen beantwoorden vóór de plenaire behandeling van de Regeling langdurig verblijvende kinderen?


X Noot
1

Brief van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, 7 februari 2013 en Brieven van Vluchtelingenwerk Nederland en Defence for Children van, 5 december 2012, aandachtspunten Kinderpardon en 29 januari 2013

Naar boven