Vragen van het lid Omtzigt (CDA) aan de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het artikel «PvdA niet tevreden met regeling AOW-gat» (ingezonden 29 januari 2013).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van met het artikel «PvdA niet tevreden met regeling AOW-gat»?1

Vraag 2

Klopt de opmerking in het artikel «85% heeft hier niets aan»?

Vraag 3

Bent u bereid om naast de nieuwe regeling ook de voorschotregeling te handhaven?

Vraag 4

Deelt u de mening dat de vormgeving van een inkomensregeling pas in de tweede helft van 2013 van kracht wordt en dan terugwerkt tot 1 januari heel ongelukkig kan zijn en onuitvoerbaar?

Vraag 5

Acht u het uitvoerbaar om inkomenstoetsen, partnertoetsen, vermogenstoetsen, en inkomens- en vermogenstoetsen op partners met terugwerkende kracht uit te voeren?

Vraag 6

Hoe gaat de regeling vorm krijgen? Krijgt zij de vorm van een wet of een Algemene maatregel van bestuur (AMvB) zodat parlementaire betrokkenheid geborgd is?

Vraag 7

Is het juridisch mogelijk om een uitkering afhankelijk te maken van het feit of mensen een inkomen hadden in plaats van of zij een inkomen hebben?

Vraag 8

Wordt de overbruggingsregeling AOW in Europese rechtelijke zin – dat wil zeggen volgens de coördinatieverordening 883/2004 – gekwalificeerd als een bijstandsregeling, een bijzondere non-contributieve uitkering of als een echt pensioen? Welke gevolgen heeft dat voor mensen die niet in Nederland wonen en een Nederlandse uitkering hebben en voor mensen die wel in Nederland wonen en geen Nederlandse uitkering hebben.

Vraag 9

Kunt u aangeven of de volgende mensen, mogelijk met terugwerkende kracht, recht hebben op de overbruggingsuitkering:

  • a. Een inwoner van Duitsland of België, die vanaf zijn 65e een Duits/Belgisch pensioen krijg en vanaf 65 jaar + een aantal maanden Nederlandse AOW. Deze persoon is 20 jaar in Nederland woonachtig geweest: heeft hij recht op de overbruggingsregeling, geheel of gedeeltelijk? Zo ja, waar hangt dat vanaf?

  • b. Een inwoner van Nederland, die vanaf zijn 65e een Duits/Belgisch pensioen krijg en vanaf 65 jaar + een aantal maanden Nederlandse AOW. Deze persoon is 20 jaar in Nederland woonachtig: heeft hij recht op de overbruggingsregeling, geheel of gedeeltelijk? Zo ja, waar hangt dat vanaf?

  • c. Een Nederlander met vroegpensioen of een arbeidsongeschiktheidsuitkering, die in een ander EU-land woonachtig is.

  • d. Een inwoner van Nederland, die vanaf zijn/haar 62e een bescheiden pensioen ontvangt uit een andere lidstaat, die lager is dan het sociaal minimum.

Vraag 10

Klopt het dat iemand die een prepensioen/VUT ontvangt in bijvoobeeld Spanje, als verdragsgerechtigde, evenals iemand die een AOW-uitkering + pensioen ontvangt en dat deze beide groepen verzekerd zijn via het College voor Zorgverzekeringen (CVZ)?

Vraag 11

Klopt het dat iemand die alleen een pensioen ontvangt (bijvoorbeeld tussen 65 en 65+1 maand) niet verdragsgerechtigd is en zich dus voor die ene maand moet uitschrijven bij het CVZ en zich lokaal voor een zorgverzekering moet inschrijven? Deelt u de mening dat dat buitengewoon onwenselijk is? Zo ja, hoe gaat u ervoor zorgen dat dat niet hoeft te gaan gebeuren?


X Noot
1

Volkskrant, 25 januari 2013

Naar boven