Vragen van het lid Van der Staaij (SGP) aan de minister van Buitenlandse zaken over VN-pleidooi voor internationaal onderzoek naar mensenrechtenschendingen in Noord-Korea (ingezonden 16 januari 2013).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van de oproep van VN-Hoge Commissaris voor de Mensenrechten, Navi Pillay, om te komen tot een internationaal onderzoek naar mensenrechtenschendingen in Noord-Korea? Hoe beoordeelt u dit pleidooi?1

Vraag 2

Hoe waardeert u de stelling van de Hoge Commissaris dat de mensenrechtensituatie in Noord-Korea «een van de ergste, maar minst begrepen en gerapporteerde mensenrechtensituaties in de wereld is»? Wat is hiervoor volgens u de verklaring?

Vraag 3

Hoe kan deze mensenrechtensituatie in uw ogen hogere prioriteit op de agenda van de internationale gemeenschap krijgen? Wilt u zich daarvoor sterk maken?

Vraag 4

Is de inschatting van de Hoge Commissaris juist dat er meer dan 200.000 politieke gevangenen in kampen worden vastgehouden, waar marteling, verkrachting en executies aan de orde van de dag zijn?

Vraag 5

Welke status heeft de oproep van deze VN-Hoge Commissaris? Welk besluitvormingstraject is hieraan verbonden en welke termijnen?

Vraag 6

Bent u bereid om dit pleidooi voor een internationaal onderzoek naar mensenrechtenschendingen in Noord-Korea actief te ondersteunen in de relevante gremia? Op welke wijze wilt u dit doen?

Vraag 7

Bent u tevens bereid om te bevorderen dat bij dit onderzoek de precaire positie van religieuze minderheden in Noord-Korea – waaronder veel christenen – wordt betrokken (geloofsvrijheid), alsmede hun specifieke positie in de kampen?


X Noot
1

NRC.nl, 14 januari 2013

Naar boven